De Turkse regering haalt woensdag uit naar het Europees Parlement. De reden is dat er binnen het gebouw van het parlement in Brussel een reeks antropologische foto’s wordt tentoongesteld van het leven in Royajava, de Koerdische regio in Syrië. Hiermee propageert Brussel terrorisme, vindt Turkije.
Op een aantal foto’s zijn ook leden van de Koerdische PKK te zien, een beweging die zowel door Turkije als door de Europese Unie als terreurbeweging wordt bestempeld. De Turkse regering is boos op Brussel, dat volgens hen hiermee ‘een propagandamachine is van een bloederige terreurorganisatie’.
Leven in de Koerdische regio
De foto-expositie laat beeld zien van de Oostenrijkse antropoloog Thomas Schimdinger, en werd mede mogelijk gemaakt door Josef Weidenholzer, vicevoorzitter van de sociaaldemocratische fractie in het parlement. Het thema van de expositie is ‘het leven in Rojava’.
Lees ookErdogan aangeklaagd voor oorlogsmisdaden tegen Koerden
Het Turkse ministerie van Buitenlandse Zaken deed woensdag een verklaring uit waarin wordt gewezen naar specifieke foto’s van leden van de Koerdische PKK. Zowel het laten figureren van ‘een leider van de PKK’ als ‘leden van de YPG’, de gewapende tak van de Syrische Koerdenpartij, wekt de toorn van Ankara. Onder andere PKK-leider Abdullah Ocalan prijkt op een van de tentoongestelde foto’s.
Hoewel de PKK ook in de Verenigde Staten en Europa als terreurorganisatie wordt gezien, wordt de YPG dat niet. De Koerdische militie ontvangt zelfs steun van het westen in de strijd tegen terreurbeweging Islamitische Staat (IS).
Terreurbewegingen ‘voortrekken’
De verklaring van de Turken gaat nog verder, en zegt dat het tentoonstellen van de PKK ‘net zo beledigend is als beelden van IS’. De Turkse regering heeft in het verleden al vaker laten weten IS en de PKK op gelijke voet van elkaar te stellen. ‘Een van de twee voortrekken, getuigt van een gebrek aan respect jegens alle slachtoffers van terrorisme,’ aldus de verklaring van woensdag.
Een woordvoerder van de Turkse president Recep Tayyip Erdogan zegt dan ook dat als deze tentoonstelling wordt toegestaan, het parlement ook exposities moet organiseren over terreurbewegingen als het Al Nusra-Front en Hezbollah en het regime van de Syrische president Bashar al-Assad. Het Europees Parlement heeft nog niet op de boze verklaring van Turkije gereageerd.
Eerder probeerde de Turkse regering op een soortgelijke manier een foto-expositie in Genève te dwarsbomen. Daar ging het om een specifieke foto, waarop een demonstrant met een spandoek te zien is waar de vijftienjarige Berkin Elvan, een jongen die omkwam na de anti-Erdogan-protesten in het Gezi-park in Istanbul, op staat.
Elvan werd geraakt door een bus met traangas, die door politieagenten werd gegooid. Hij lag 269 dagen lang in coma en overleed in maart 2014. Elvan wordt door de oppositie van Erdogan gebruikt als symbool voor de hardhandigheid van de politie.
Op de foto wordt Erdogan verantwoordelijk gesteld voor de dood van Elvan. Naast het portret van de jongen staat op het spandoek de tekst: ‘Ik heet Berkin Elvan: de politie heeft me op bevel van de Turkse minister-president gedood’. Erdogan was toen nog premier. De Turkse consul vroeg de gemeente Genève om de afbeelding weg te halen, maar de Zwitsers weigerden dat te doen.