Volgende ronde: Erdogan wil gedicht Böhmermann compleet verbieden

Foto's: AFP, ZDF

Het verspreiden van delen van het satirische gedicht van cabaretier Jan Böhmermann over de Turkse leider Recep Tayyip Erdogan was al verboden. Dat is voor Erdogan niet genoeg: hij wil een verbod op de gehele tekst.

Zijn advocaat Michael Hubertus von Sprenger heeft een nieuwe klacht ingediend bij het gerecht in Hamburg, meldt het tijdschrift Der Spiegel zaterdag. Von Sprenger heeft een extra argument voor de rechtszaak: ‘Böhmermann kan zich niet beroepen op de vrijheid van kunstuitingen, omdat hij heeft toegegeven dat het niet zijn kunstwerk was.’

In een interview met Die Zeit antwoordde Böhmermann met gevoel voor humor op de vraag of hij het gedicht zelf had geschreven: ‘Nee. De bron: internet.’

Pedofiel
In het gedicht, dat Böhmermann voorlas in zijn tv-show Neo-Magazin Royal, werd Erdogan onder meer uitgemaakt voor pedofiel en geitenneuker. Tijdens de scène zegt Böhmermann meermaals dat ‘we dit eigenlijk niet mogen uitzenden’.

De Turkse president reageerde woedend op de uitzending. Omroep ZDF haalde de betreffende video offline, maar dat was niet genoeg. Erdogan vroeg aan de Duitse regering om vervolging van Böhmermann toe te staan. Bondskanselier Angela Merkel besloot, na veel politieke druk, akkoord te gaan en de aanklager onderzoek te laten doen naar het beledigen van een buitenlands staatshoofd.

Straf
De rechter bepaalde in mei al dat delen van het gedicht niet mogen worden verspreid, omdat het de grens van satire zou hebben overschreden. Erdogan wil nu dat het hele gedicht wordt verboden en niet meer mag worden verspreid.

Er loopt ook een andere rechtszaak tegen Böhmermann, waarvoor de cabaretier zelfs een celstraf zou kunnen krijgen. Ook moest hij onder politiebeveiliging worden gesteld, nadat hij werd bedreigd door boze aanhangers van de Turkse president.

De advocaat van Erdogan zei eerder al niet te rekenen op een zware straf voor Böhmermann. Wel op ‘een die hem op het rechte pad kan terugbrengen om de satire te beoefenen en niet de onbeschofte belediging’.