De Amerikaanse inlichtingendienst verdenkt hackers van de Russische geheime dienst van een nieuwe serie cyberinbraken. Het doelwit van de cyberinbraken? Journalisten van Amerikaanse nieuwsmedia zoals The New York Times.
De FBI vermoedt dat Russische hackers achter deze aanvallen op de Amerikaanse pers zitten. Hackers van de Russische geheime diensten FSB en GRU zouden ook al hebben ingebroken in de systemen van de Amerikaanse Democratische Partij. Daarnaast beweren bronnen van persbureau Reuters dat de computersystemen van presidentskandidaat Donald Trump en de Republikeinse Partij doelwit zijn van de hackers.
Lees ook: Donald Trump spekte Clinton Foundation
Ook denktanks zouden doelwit zijn
CNN meldt op basis van FBI-bronnen dat Russische spionnen azen op gevoelige informatie die van invloed kan zijn op politieke kwesties. Naast hacks in het systeem van de Democratische Partij en de pogingen tot het hacken van Amerikaanse journalisten, zouden ook denktanks uit de Verenigde Staten het doelwit zijn van de cyberaanvallen.
The New York Times meldt naar aanleiding van het CNN-bericht dat er geen bewijs is dat de hackers succesvol zijn geweest. Een woordvoerder van de krant, Eileen Murphy, zegt dat de systemen niet zijn doorbroken. De FBI wilde niet reageren op het onderzoek.
De Russen ontkennen alle aantijgingen en hebben in juli nog gezegd zelf het doelwit te zijn geweest van cyberaanvallen. De FBI blijft de Russische inlichtingendienst als hoofdverdachte beschouwen, ondanks het feit dat de Amerikaanse overheid Rusland niet publiekelijk heeft beschuldigd van de hacks.