De Braziliaanse president Dilma Rousseff is woensdag afgezet. De Senaat besloot daartoe omdat ze met begrotingscijfers zou hebben gesjoemeld.
Van de 81 senatoren stemden er 61 voor afzetting en twintig tegen, meldt CNN.
‘Staatsgreep door de rijke elite’
Dat is ruimschoots meer dan de meerderheid van twee derde die nodig was. Haar laatste poging van de afgelopen dagen om de Senaat nog aan haar kant te krijgen bleek vergeefs. De linkse ex-president noemt de afzetting zelf een ‘staatsgreep door de rijke elite’.
Het hogerhuis schorste haar al in mei. Haar post werd sindsdien waargenomen door haar conservatieve vicepresident Michel Temer. Hij mag nu haar ambtstermijn, die nog loopt tot eind 2018, afmaken.
Zo ontstond meerderheid voor Rousseffs afzetting
De interim-president en zijn bestuurderspartij PMDB waren in 2014 een coalitie aangegaan met Rousseffs Arbeiderspartij, maar liet de sociaaldemocraten afgelopen lente vallen en maakte gemene zaak met de oppositie. Hierdoor ontstond een meerderheid voor Rousseffs afzetting.
Zij kan nog in beroep gaan bij het Hooggerechtshof, maar dat zag tot nu toe echter geen bezwaar tegen de afzettingsprocedure. De Senaat moet daarnaast ook nog beslissen of Rousseff de komende acht jaar een openbaar ambt mag bekleden. Er is hoe dan ook een einde gekomen aan dertien jaar sociaaldemocratisch bewind in Brazilië. Rousseff was de eerste vrouwelijke president van het Zuid-Amerikaanse land.