Hoe EU-bureaucratie opsporing van terroristen in de weg zat

De Belgische en Franse jihadisten Foto: AFP/EPA

Sinds de aanslagen in Parijs en Brussel is veel gezegd over het zwakke optreden en het tekortschieten van de Belgische autoriteiten. Nieuw onderzoek brengt aan het licht dat de situatie nog erger was dan eerst gedacht, en dat bureaucratie van de Europese Unie (EU) en de Belgische overheid de vervolging van jihadisten in de weg zat.

Amerikaanse nieuwssite Buzzfeed News meldt dat de Brusselse politie de Amerikaanse inlichtingendienst NSA heeft ingeschakeld in het onderzoek naar de terrorist Salah Abdeslam. Daarnaast blijkt dat de spanningen tussen Waalse en Vlaamse politici in België zorgden voor vertraging van het onderzoek.

Data opvangen met behulp van de NSA

Tijdens de begrafenis van zelfmoordterrorist Chakib Akrouh, die medeverantwoordelijk was voor de aanslagen in Parijs, konden de Belgische veiligheidsdiensten met behulp van de NSA zo veel mogelijk data opvangen en analyseren. Hoewel de speciale teams van het Federale Parket met andere veiligheidsdiensten informatie konden achterhalen over de terreurverdachten, werden de gegevens uiteindelijk niet gebruikt. Zo ontvingen ook Interpol en Europol bevestiging dat Abdelhamid Abaaoud, het ‘brein achter Parijs’, radicaal was, maar daar werd weinig mee gedaan: Abaaoud kon vrij rond lopen.

De organisaties lieten het onderzoek namelijk over aan lokale instanties en er was geen specifiek plan. Uit het onderzoek van Buzzfeed blijkt overigens dat het gebrek aan onderlinge communicatie en samenwerking tussen Europese en Belgische organisaties, enorme problemen veroorzaakte. Het gebrek aan integratie binnen de Europese Unie was een van de belangrijkste obstakels tijdens het onderzoek.

Communicatieproblemen en onafhankelijke divisies

‘Brussel heeft 19 administratieve politiedistricten die onafhankelijk van elkaar werken. Daarnaast heeft het verschillende besturen voor de overheid, de NAVO en de EU,’ aldus een Belgische politieagent. ‘Onze overheid is zeer verdeeld tussen het Vlaamse en het Waalse deel, dus zijn er bureaucratieën die los staan van elkaar en op elk niveau onafhankelijk en weinig effectief te werk gingen.’

Zelfs op het hoogste niveau lieten de Belgische autoriteiten veel steken vallen. Zo bleek al dat een groot aantal jihadisten betrokken bij de aanslagen op de radar kwamen van de veiligheidsdiensten. Salah Abdeslam liet zelfs een enorm spoor achter: een belangrijke tip werd afgewezen door de Mechelse korpschef en Abdeslam stond met IS-vlaggen en een ‘nom de guerre’ op sociale media.