Turkije en Rusland slaan de handen ineen in Syrië – voor zover dat kan. Nadat de presidenten Recep Tayyip Erdogan en Vladimir Poetin deze week bij elkaar kwamen om de banden aan te halen, presenteren de beide landen een ‘nieuw mechanisme’ voor hoe ze met elkaar omgaan in Syrië.
Russische en Turkse vertegenwoordigers komen donderdag voor het eerst bij elkaar in Sint Petersburg om het over Syrië te hebben.
Dinsdag kwamen Poetin en Erdogan voor het eerst weer bij elkaar sinds het Turkse leger in november een Russische SU-24 uit de lucht schoot vlakbij de Syrische grens. Dit incident was aanleiding voor een maandenlang conflict tussen de twee staatshoofden, waarbij Erdogan weigerde sorry te zeggen en Poetin verschillende economische en toeristische sancties tegen zijn voormalig bondgenoot instelde.
Speciale commissies voor Syrië
Erdogan stuurde Poetin een aantal weken geleden een brief waarin hij eindelijk zijn excuses aanbood, en de Russische leider ging hierop in. Vanaf deze week verklaren de twee landen zich in te zetten om de verbroken relatie weer te herstellen.
Na de meeting met Poetin, kondigde Erdogan aan dat de Turken een driedelige commissie opzetten, bestaande uit een medewerker van de inlichtingendienst, een diplomaat en een militair, schrijft Hurriyet. De Russen richten een zelfde constructie op en beide commissies komen regelmatig bij elkaar om de operaties in Syrië te bespreken. Het is interessant omdat Turkije en Rusland eigenlijk aan verschillende kanten staan in het conflict: Erdogan ziet de Syrische president Bashar al-Assad het liefst zo snel mogelijk van het toneel verdwijnen, terwijl de Russen hem als bondgenoot steunen met onder meer luchtaanvallen.
Volgens Erdogan richten de driedelige commissies zich in de eerste plaats op humanitaire hulp aan de Syrische stad Aleppo, die te kampen heeft met een regeringsoffensief op de rebellen.
Daarnaast komt er een directe lijn van communicatie tussen de Russische en Turkse legerleiding, om ‘de herhaling van incidenten zoals het neerschieten van de Russische SU-24 in de toekomst te voorkomen,’ zegt Erdogans woordvoerder Ibrahim Kalin.
Hoewel de twee landen een ander idee hebben van de ideale uitkomst van het conflict in Syrië, beweren ze het wel eens te zijn over het uitroepen van een staakt-het-vuren in het belegerde Aleppo. Dagelijks hebben hulpverleners drie uur de tijd om de stad in te gaan en burgers te voorzien van voedsel en medische zorg.
Turkije haalt opnieuw uit naar Westen
De Turken geven expliciet aan het offensief op Aleppo af te keuren: ‘Daarnaast keuren we ook aanvallen op de gematigde oppositie niet goed,’ aldus de Turkse minister van Buitenlandse Zaken Mevlut Cavosoglu. Volgens hem bombarderen het Syrische leger en Rusland met regelmaat gebieden waarin burgers zich bevinden. Onacceptabel, vindt de Turkse minister. ‘We hebben Rusland hierover gewaarschuwd’. Vooral gebieden waarin er een vage lijn is tussen de ‘gematigde oppositie’ en terreurbeweging Al-Nusra moeten volgens hem met extra voorzichtigheid worden gebombardeerd.
Daarnaast spreekt hij het Westen geruststellende woorden toe: het herstel van de relatie met Rusland moet niet als signaal naar het westen worden geïnterpreteerd, zegt Cavusoglu. De band met Rusland zou geen alternatief zijn voor die met het westen. Maar, voegt hij eraan toe: ‘Veel Europese landen hebben laten zien wie onze echte vrienden waren na de couppoging. De toekomst van onze relatie zal geen effect hebben op onze toekomstige relatie met Rusland, en vice versa’.
Daarmee herhaalt hij in feite een eerder statement van Erdogan, die Europese landen kritiseerde voor een ‘gebrek aan solidariteit’ na de mislukte staatsgreep in juli. Volgens Cavusoglu kampt Turkije al ’15 jaar’ met obstakels vanuit de EU. ‘Als het Westen Turkije kwijtraakt, komt dat niet door onze goede banden met Rusland, China, of islamitische landen, maar door jullie fouten’.
Woensdag, net na de bijeenkomst van Poetin en Erdogan, deed de NAVO een zalvende verklaring uit: de Turken kunnen, ook na de couppoging en daaropvolgende zuiveringen in het land, nog altijd rekenen op de steun van het bondgenootschap. Omgekeerd zegt de NAVO ook te verwachten dat Turkije aan de organisatie blijft bijdragen.