Zes jaar lang was David Cameron premier van Groot-Britannië, tot de Brexit-stemming afgelopen juli. Nu hij ook als parlementslid opstapt, is zijn ooit zo veelbelovende politieke carrière definitief voorbij.
Cameron heeft maandagmiddag zijn ontslag aangeboden aan de nieuwe premier Theresa May, melden Britse media. De 49-jarige Brit was na zijn aftreden als premier officieel nog wel member of Parliament voor het kiesdistrict Witney, in de buurt van Oxford. Hij had de zetel in het Lagerhuis sinds 2001 in bezit.
Tegen de Britse tv-zender ITV zegt Cameron dat hij ‘lang heeft nagedacht’ over het besluit, maar dat zijn positie als voormalig premier het werk als parlementslid in de weg zit. Eerder zei hij nog door te willen gaan tot de volgende verkiezingen. Cameron heeft nog geen definitieve plannen voor de nabije toekomst, maar wil wel kwijt dat hij ‘verder wil’ met de thema’s die hij als premier belangrijk vond.
Van sterpoliticus tot schlemiel
De politieke carrière van Cameron gaat zo als een nachtkaars uit. Na zijn verkiezing in 2001 groeide Cameron snel uit tot een ster van de conservatieve partij. In 2005 werd hij partijleider en de grote tegenstander van de Labourpartij. Vijf jaar later won zijn partij de parlementsverkiezingen en werd Cameron de jongste premier in tweehonderd jaar.
Onder zijn leiderschap werd het homohuwelijk gelegaliseerd, werd het minimumloon fors verhoogd en herstelde het land zich van een financiële crisis. Ook bleef Schotland bij het Verenigd Koninkrijk na een referendum over Schotse onafhankelijkheid.
Het tweede referendum, over het EU-lidmaatschap, bleek zijn einde in te luiden. Cameron voerde fel campagne om als land bij de Europese Unie te blijven, maar het leave-kamp behaalde een overwinning. ‘Ik kan geen regeringsleider zijn als ik het oneens ben met de richting die het land inslaat,’ besloot Cameron.