Oostenrijk doet op 2 oktober een nieuwe poging om eerlijke presidentsverkiezingen te houden. Maar het is nog niet zo zeker of de nieuwe stemronde wel doorgaat: er zijn namelijk kersverse problemen aan het licht gekomen.
De regering in Wenen overweegt de presidentsverkiezingen uit te stellen omdat de kwaliteit van de stembiljetten voor poststemmen te wensen overlaat.
Misgegaan met productie
Blijkbaar is er iets misgegaan tijdens de productie, aangezien minister van Binnenlandse Zaken Wolfgang Sobotka spreekt van een ‘kennelijke productiefout’. ‘Als dit het onmogelijk maakt om de verkiezingen fatsoenlijk te laten verlopen, dan is het mijn plicht als eindverantwoordelijke van de kiesraad om onmiddellijk uitstel te overwegen,’ aldus de bewindsman vrijdag.
De afgelopen dagen hebben diverse gemeenten en kiesgerechtigden hun beklag gedaan over stembiljetten waarvan de lijm had losgelaten. Volgens de regels moeten de biljetten in een afgesloten envelop arriveren bij de kiezer, maar dat gebeurde dus niet. Er is melding gemaakt van zeker vijfhonderd onbruikbare stembiljetten, schrijven Oostenrijkse media.
Bewust te vroeg begonnen met tellen
De stembusgang van 2 oktober, die nu op losse schroeven staat, was nodig omdat het constitutionele hof de tweede en beslissende ronde van de verkiezingen in mei ongeldig verklaarde. Ook toen speelden de stemmen per post een cruciale rol, omdat er fouten waren gemaakt tijdens het tellen. Zo werd in veel kiesdistricten bewust te vroeg begonnen met het tellen van de briefstemmen, iets wat veelal met toestemming van alle bijzitters gebeurde. Door de grote tijdsdruk konden de waarnemers niet anders, zeggen zij zelf.
Het constitutioneel hof had zich over de zaak gebogen op verzoek van de FPÖ, wier kandidaat nipt had verloren. FPÖ’er Norbert Hofer kwam ongeveer 31.000 stemmen tekort om voormalig Groenen-leider Alexander Van der Bellen te verslaan. Als de poststemmen niet waren meegerekend, had Hofer gewonnen.