In navolging van Zuid-Afrika en Burundi, trekt nu ook Gambia zich terug uit het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag. Ook hier weer wordt het hof ervan beschuldigd partijdig te zijn.
Dat laat de Gambiaanse minister van Informatie Sheriff Bojang woensdag weten.
Het ICC, dat bevoegd is individuen te vervolgen voor internationale misdrijven zoals genocide, misdaden tegen de menselijkheid, genocide en oorlogsmisdaden, heeft de afgelopen weken te maken met verzet vanuit een aantal Afrikaanse landen. Zo gaven eerder ook Burundi en Zuid-Afrika aan hun lidmaatschap op te zeggen.
Om zich uit het ICC terug te trekken, moet het parlement van een lidstaat een wetsvoorstel aannemen waarbij de ondertekening van het Statuut van Rome wordt ingetrokken.
‘Vernedering van gekleurde mensen’
Veel Afrikaanse landen hebben moeite met het ICC: zij vinden dat het ICC oneerlijk te werk gaat en de focus teveel richt op Afrikaanse landen. Sinds de oprichting van het Strafhof zijn alleen Afrikanen (39 in totaal) gedaagd, onder wie beruchte oorlogscriminelen als de Ugandese rebellenleider Joseph Kony, de Libische leider Muammar Khadaffi en de Sudanese president Omar al-Bashir.
Ook Gambia haalt de vermeende partijdigheid van het hof erbij als toelichting op het besluit zich terug te trekken. Bojang: ‘Dit besluit komt voort uit het feit dat het ICC, hoewel de naam Internationaal Strafhof betekent, eigenlijk het Internationaal Kaukasisch Hof voor de vervolging en vernedering van gekleurde mensen, en Afrikanen, in het bijzonder, is.’
Gambia probeerde EU voor ICC te dagen
Gambia probeerde naar eigen zeggen de Europese Unie voor het hof te dagen vanwege de migranten die verdronken in de Middellandse Zee tijdens de migratiecrisis, maar heeft daar geen reactie op ontvangen. Dat is ook niet gek, want het ICC is er om individuen te vervolgen, geen staten of supranationale organisaties.
‘Er zijn heel veel westerse landen, zeker dertig, die verschrikkelijke oorlogsmisdaden hebben gepleegd tegen soevereine landen en hun inwoners. Sinds de oprichting van het ICC is echter geen enkele westerse oorlogsmisdadiger vervolgd,’ aldus de verklaring van Gambia.
Hoewel het klopt dat het ICC geen westerse individuen heeft gedaagd heeft zijn voorloper, het Joegoslaviëtribunaal, dat bijvoorbeeld wel gedaan. Wat de berechting door het ICC bovendien verder bemoeilijkt, is dat veel landen geen lid zijn van het hof.
Syrië en Irak zijn actuele voorbeelden van landen die zich niet hebben aangesloten bij het ICC. Een eventuele vervolging van de Syrische president Bashar al-Assad of de leider van terreurbeweging Islamitische Staat (IS) Abu Bakr al-Baghdadi voor oorlogsmisdaden zou daarom onder de huidige omstandigheden onmogelijk zijn.