De Italiaanse premier Matteo Renzi haalt uit naar EU-lidstaten die weigeren migranten op te nemen. Als het komende jaar niets verandert, dreigt Italië toekomstige EU-budgetten tegen te houden.
Terwijl het aantal migranten dat via de Balkanroute naar Europa komt sterk is afgenomen, komen er nog altijd vele duizenden asielzoekers via de Middellandse Zee naar Italië. De Italiaanse minister van Binnenlandse Zaken Angelino Alfano liet dinsdag weten dat in tien maanden tijd meer dan 150.000 asielzoekers Italië binnenkwamen, evenveel als in heel 2015. Het overgrote deel van de migranten is niet Syrisch, maar afkomstig uit Noord-Afrika.
‘Niemand helpt ons, maar ze willen wel ons geld’
‘Nog zo’n jaar kan Italië niet aan,’ aldus Renzi op de Italiaanse publieke omroep RAI. Italië heeft meermaals gevraagd om hulp bij de opvang van migranten, maar lidstaten reageren niet echt. Het EU-herverdelingsplan, om migranten vanuit Griekenland en Italië over andere lidstaten te verspreiden, is nog steeds amper op gang gekomen.
Renzi is er klaar mee. ‘We geven twintig miljard euro aan Europa, en we krijgen twaalf terug van de EU. Staten als Hongarije, Tsjechië en Slowakije klagen over migranten, maar helpen ons niet eens. En daarna willen ze natuurlijk wel ons geld,’ zei hij volgens persbureau Reuters op een rally in Avellino.
Dreigen met veto
‘Als andere lidstaten muren gaan bouwen, kunnen ze in het vervolg Italiaans geld vergeten,’ vervolgde Renzi. ‘Als andere lidstaten geen asielzoekers overnemen, dan zal er ook geen geld meer naartoe gaan.’ De premier wil in dat geval de uitgaven van toekomstige EU-budget tegenhouden: een vetorecht heeft Italië officieel niet, maar er wordt normaliter wel gestreefd naar unanieme goedkeuring.
Renzi haalde trouwens niet alleen uit naar ‘onsolidaire’ EU-lidstaten, ook de Europese Commissie kreeg ervan langs. De Italiaanse regering heeft gevraagd om meer financiële steun voor het opvangen van migranten, maar heeft nog geen goedkeuring voor de gevraagde vier miljard euro. ‘In plaats van hun mond weer te openen, zouden ze hun portemonnee tevoorschijn moeten halen.’