Zaterdagavond werd de Turkse stad Istanbul geraakt door twee grote explosies, waarbij zeker 38 doden zijn gevallen. Een bom ging af bij Vodafone Arena, het stadion van de voetbalclub Besiktas, en één op het Taksim-plein in het noorden van de stad.
Volgens de minister van Binnenlandse Zaken Süleyman Soylu is sprake van een ‘terroristische aanslag’. Er zijn inmiddels tien verdachten aangehouden. Het gaat om de bloedigste aanslagen die in maanden zijn gepleegd in Turkije: minstens 166 mensen zijn gewond geraakt.
Turkije boos op Brussel om Koerdische ‘terreurexpositie’
Politieagenten waren het doelwit
De Koerdische groep TAK, een radicale afsplitsing van de verboden Arbeiderspartij PKK, heeft de aanslag opgeëist. Op de website verklaart de groep dat de aanslagen niet zijn gericht aan het ‘Turkse volk’, maar de Turkse veiligheidsdiensten.
De bom die afging bij het stadion had een politiebusje als doelwit. Onder de 38 doden zijn zeker 27 politieagenten. In het stadion was een enorme knal te horen, anderhalf uur na het eindsignaal van de wedstrijd tussen thuisploeg Besiktas en Bursaspor.
Tegen de tijd dat de politie ter plekke was om de omgeving rond het stadion af te zetten en een klopjacht te openen op de mogelijke daders, waren de meeste mensen al weg van het stadion. Een woordvoerder van de voetbalclub Besiktas meldt dat de laatste toeschouwers het stadion tien minuten voor de aanslag al hadden verlaten.
PKK wordt verdacht
Vicepremier Numan Kurtulmus zei zondagochtend dat alles erop wees dat de PKK achter de aanslag zat. Leden van de bewapende en illegale Koerdische arbeiderspartij waren volgens de Turkse autoriteiten de hoofdverdachten in het onderzoek naar de aanslagen.
Istanbul was in juni dit jaar ook het doelwit van een grootschalige en fatale aanslag. Drie IS-terroristen bliezen zichzelf op in en rondom het Atatürk-vliegveld in de Turkse stad. Bij de aanslag zijn 45 mensen om het leven gekomen.