Turkije op scherp na moordaanslag op Russische ambassadeur

De Iraanse ambassade in Istanbul houdt dinsdag de deuren dicht - Foto: AFP

De politie ondervraagt familieleden van de Turkse aanslagpleger Mevlut Mert Aydintas, die werd gearresteerd in verband met de aanslag op de Russische ambassadeur Andrei Karlov maandag. De moeder, vader, zus en twee andere bloedverwanten van Aydintas zijn dinsdag opgepakt, evenals zijn huisgenoot.

Aydintas (22) schoot maandag de Russische ambassadeur Karlov neer terwijl hij een speech gaf bij een foto-expositie over Rusland in het Centrum voor Moderne Kunst in de Turkse hoofdstad Ankara. Karlov overleed later aan zijn verwondingen.

Ook schoten bij Amerikaanse ambassade

Tijdens de aanslag schreeuwde de dader, een politieagent die lid was van het beveiligingsteam van Karlov, onder meer ‘Allahu Akbar’ en ‘Vergeet Aleppo niet’. Ook werden er in de nacht van maandag op dinsdag schoten gelost voor het gebouw van de Amerikaanse ambassade in Ankara, vlakbij de plek waar Karlov werd neergeschoten.

Bij de nachtelijke schietpartij raakte niemand gewond, en de dader is opgepakt. De Amerikaanse regering geeft aan dat de eigen ambassade en de consulaten in Istanbul en Adana dinsdag gesloten blijven. Ook de Iraanse ambassade in Istanbul houdt dinsdag zijn deuren dicht.

Erdogan en Poetin laten zich niet uit elkaar drijven

Een Russisch team arriveert dinsdag in Ankara om verder onderzoek te doen naar de aanslag op Karlov. Ook komen vertegenwoordigers van Rusland, Turkije en Iran in Moskou om de oorlog in Syrië te bespreken. De Russische president Vladimir Poetin en zijn Turkse ambtsgenoot Recep Tayyip Erdogan benadrukten maandag na de aanslag dat zij zich niet uit elkaar laten drijven: ‘Terreur zal niet overwinnen,’ was de boodschap.

De Turkse veiligheidsdiensten vermoeden dat Aydintas banden heeft met de islamitische geestelijke Fethullah Gulen, die in zelfverkozen ballingschap in de Verenigde Staten leeft. Dat de aanslag een jihadistisch motief heeft, is in ieder geval vrijwel zeker. Gulen zelf ontkent iets met de aanslag te maken te hebben.