Maandenlang hebben de Amerikanen het er al over: een beslissende overwinning op Islamitische Staat in bolwerk Raqqa. Met behulp van Koerdische en Arabische rebellen komt een offensief op Raqqa dichterbij, maar niemand durft te vroeg te juichen.
De afgelopen tijd zijn de luchtaanvallen van de internationale coalitie onder leiding van Amerika in volume toegenomen. Van de 1.300 luchtaanvallen die sinds 2014 in de regio rond Raqqa werden uitgevoerd, had een derde plaats in de laatste drie maanden. De Amerikaanse president Barack Obama heeft aangegeven in zijn laatste weken nog een grote slag te willen toebrengen aan IS in Mosul én Raqqa.
Aartsbisschop van Mosul: ook jullie samenleving loopt gevaar door radicale islam
Raqqa raakt steeds verder geïsoleerd
Langzaam maar zeker wordt Raqqa geïsoleerd door de ‘Syrian Democratic Forces’ (SDF): de alliantie van Koerdische en Arabische rebellen (op de achtergrond gesteund door 600 Amerikaanse soldaten) nam in een maand tijd zo’n 140 dorpen rond de stad over, schrijft The Washington Post, veelal zonder tegenstand. IS-militanten trekken zich steeds verder terug.
Hoe belangrijk de val van Raqqa zou zijn voor Europa en Amerika blijkt wel uit het feit dat zowel de aanslagen in Parijs als Brussel daar grotendeels werden voorbereid. Amerikaanse officials waarschuwen dat ook nu nog nieuwe aanvallen op westerse doelwitten worden gepland. Het is bovendien Raqqa waar IS ‘hoofdkantoren’ heeft staan, en waar veel van de propagandavideo’s van de terreurgroep worden opgenomen.
Militaire en politieke obstakels
Maar een plan om een definitieve inval te doen ligt er nog niet. Er zijn verscheidene uitdagen. Inlichtingen over de huidige situatie in Raqqa zijn er amper, geeft het Amerikaanse leger toe in The New York Times, wat risico’s meebrengt. Doorslaggevend is ook wat de aankomende president Donald Trump wil doen in Syrië.
Afshin Ellian: ‘Het Westen moet vooral toekijken als Poetin Raqqa bevrijdt’
Geopolitieke obstakels maken de zaken nog lastiger. Turkije – onderdeel van de internationale coalitie – ziet de Koerdische rebellengroep YPG als ‘terroristen’. Dat juist die groep Raqqa moet overnemen, valt niet goed bij president Erdogan. Bovendien wil ook de alliantie van Rusland, Iran en Syrië meedoen aan ‘de race om Raqqa’. Zorgelijk voor de Amerikanen is dat juist Turkije en Rusland de afgelopen tijd de intentie uitspraken om meer met elkaar samen te werken in Syrië.
Het verklaart waarom verschillende groepen binnen de internationale coalitie sceptisch zijn over een snelle inval op het IS-bolwerk. Nasir Haj Mansour, een Koerdische strijder van de SDF, denkt dat het ‘helaas’ nog wel langer dan een jaar kan duren voordat IS daadwerkelijk verdreven is. En ook de Democratische politicus Adam Schiff is pessimistisch. ‘Het lijkt er niet op dat er iets op komst is.’