De Europese Unie betaalt jaarlijks zo’n 22 miljoen euro aan het Turkse gevangeniswezen, als onderdeel van het versterken van de juridische sector in het land. Maar na de mislukte staatsgreep in juli, waren er aanwijzingen dat die gevangenissen het toneel waren van martelingen en andere mensenrechtenschendingen. Er is een rapport over de situatie in de gevangenissen, maar Turkije houdt dat vooralsnog geheim.
De 22 miljoen van de EU maakt deel uit van de financiële steun die kandidaat-lidstaten mogen ontvangen. In de nasleep van de couppoging in juli van het afgelopen jaar en de daaropvolgende zuivering van het staatsapparaat, sloegen mensenrechtenorganisaties alarm over de situatie in de Turkse gevangenissen.
EU-check in Turkse gevangenissen
Zo verklaarde bijvoorbeeld Amnesty International bewijs te hebben dat mensen die na de mislukte coup werden opgepakt, onder wie veel ambtenaren en journalisten, werden geslagen, gemarteld en, in sommige gevallen, verkracht. De EU stelde vervolgens toezichthouders in, die toegang kregen tot Turkse gevangenissen om de gang van zaken in de gaten te houden.
Turkije zelf ontkende de geruchten over martelingen, en gaf aan waarnemers van de Raad van Europa de gevangenissen te willen laten checken. Er werden in augustus 38.000 gedetineerden vrijgelaten om cellen vrij te maken voor mensen die achter de coup zouden zitten, met name mensen die ervan werden verdacht banden te hebben met de beweging van de islamitische prediker Fethullah Gulen. Ook veel journalisten, academici, en een aantal leden van de (Koerdische) oppositie werden opgepakt.
Als onderdeel van de pre-accessiesteun aan Turkije, betaalt de EU het land jaarlijks 22 miljoen euro voor het gevangeniswezen. Het anti-folteringscomité van de Raad van Europa (CPT), dat toestemming had om een aantal gevangenissen in Istanbul, Ankara en Izmir te checken, bracht in augustus een bezoek aan de gevangenissen en kwam naar aanleiding daarvan met een rapport. Dat rapport is in handen van de Turkse regering, en die regering mag zelf bepalen of het openbaar wordt gemaakt. Tot nu toe is dat niet gebeurd en gaat de financiële steun door, ook voor de gevangenissen.
Onderzoek naar martelingen
Kamerleden Pieter Omtzigt (CDA), Gert-Jan Segers (ChristenUnie) en Kees Verhoeven (D66) dienden een motie in waarin wordt opgeroepen tot een onderzoek naar eventuele martelingen in Turkse gevangenissen. Die motie werd aangenomen. Maandag schreven vicevoorzitter van de Europese Commissie Frans Timmermans en eurocommissaris Johannes Hahn een brief waarin staat dat er veel mogelijkheden zijn tot controle van de gevangenissen, en dat de Europese Commissie de financiële steun aan ‘herevalueert’.
Eurocommissaris Hahn bevestigt dinsdag in de Raad van Europa het rapport van de CPT niet te hebben gekregen. Maar: ‘Het is in het belang van iedereen om Turkije te blijven steunen in de nasleep van de couppoging,’ aldus Hahn, die aangeeft het rapport te willen opvragen en ‘hoopt’ dat het openbaar wordt. Kandidaat-lidstaten moeten immers aan de juridische standaarden van de EU voldoen. Het is niet bekend of en wanneer het rapport openbaar wordt, en vooralsnog gaat de financiële steun aan Turkije gewoon door.