Rusland en Turkije hebben woensdag voor het eerst sinds het nieuwe samenwerkingspact samen luchtaanvallen in Syrië uitgevoerd. De bombardementen werden uitgevoerd op al-Bab in de provincie Aleppo.
De plaats ligt ongeveer 40 kilometer ten noordwesten van Aleppo. In totaal waren negen Russische en acht Turkse gevechtsvliegtuigen betrokken bij de missie, meldt het Russische ministerie van Defensie woensdag.
Toestemming van Syrië
Er werden zo’n 36 doelwitten onder vuur genomen, aldus Sergei Rudskoi van de Russische generale staf. De missie zou zijn gericht op leden van terreurbeweging Islamitische Staat (IS). De Turkse president Recep Tayyip Erdogan wil bovendien dat rebellenmilities Al-Bab in handen krijgen, voordat de Koerdische YPG-militie dat doet. Volgens Rudskoi werd de operatie met toestemming van het Syrische regime uitgevoerd.
Nadat Turkije vorig jaar een Russische SU-24 uit de lucht schoot, zakte de relatie tussen beide landen tot het vriespunt. Met de nieuwe samenwerking in Syrië begint het langzaamaan wat te verbeteren. Rusland en Turkije organiseren bovendien nieuwe vredesgesprekken in Astana, gesprekken die zelf als ‘alternatief’ voor de gesprekken van de Verenigde Naties en Amerika neerzetten.
Bombardementen bij Palmyra
Hoewel Rusland het regime van de Syrische president Bashar al-Assad steunt, en Turkije er fel tegen is, hebben de landen besloten dat verschil opzij te zetten voor die vredesgesprekken. Die worden op 23 januari gehouden in Kazachstan.
Naast de operatie in Al-Bab, hebben Russische gevechtsvliegtuigen ook gebombardeerd vlakbij de antieke stad Palmyra, die onlangs werd heroverd door IS. Volgens Rudskoi zouden leden van de terreurbeweging er opnieuw op uit zijn om historische monumenten in de stad op te blazen. ‘We hebben informatie dat de terroristen plannen smeden om het cultureel erfgoed van Palmyra te vernietigen,’ aldus Rudskoi. Ook zouden vele terroristen die uit het Iraakse Mosul zijn verdreven, ‘zonder probleem’ Syrië binnen vluchten, volgens de Russische diensten.