Een hoogleraar aan de Vrije Universiteit Brussel is ter dood veroordeeld in Iran. Hij wordt beschuldigd van ‘spionage’ en wordt over twee weken geëxecuteerd.
In reactie op de doodstraf die de Iraanse hoogleraar Ahmadreza Djalali kreeg opgelegd, zijn tienduizenden handtekeningen verzameld. In België gaat een petitie rond tegen de executie van Djalali.
Familie verzweeg arrestatie
Toen de hoogleraar in april vorig jaar op bezoek ging bij familie in Iran, werd hij opgepakt tussen de hoofdstad Teheran en Karaj. De veiligheidsdiensten brachten hem naar een gevangenis in Teheran, en sloten hem maandenlang op in een isoleercel.
Djalali mocht elke twee weken zijn familie bellen, maar had verder geen contact met de buitenwereld. Om de situatie niet erger te maken, en de woede van de Iraanse autoriteiten niet aan te wakkeren, verzweeg de familie de arrestatie. Collega’s van Djalali werden verteld dat hij na een auto-ongeluk ik een coma lag, melden Belgische media.
‘Collaboratie met vijandige landen’
Als onderzoeker en leraar richtte Djalali zich op rampengeneeskunde. Hij onderwees artsen die in rampengebieden werken, in veel gevallen voor hulporganisaties. Waar hij precies van wordt beschuldigd, is onduidelijk. Hij zou volgens de Iraanse autoriteiten hebben ‘samengewerkt met vijandige staten’.
Zonder advocaat of openbaar proces werd hij begin januari gedwongen een bekentenis te ondertekenen. Daarom krijgt hij nu de doodstraf. Als reactie zijn zeker 45.000 handtekeningen verzameld tegen de veroordeling van Djalali. Ook de VUB hekelt de acties van het Iraanse regime: ‘Een schending van de universele rechten van de mens,’ stelt rector Caroline Pauwels.