‘Is mister Trump ook binnen?’ vraagt een Japanse toerist. ‘No sir, hij is in DC,’ zegt de verveelde beveiliger, die routinematig een rugzak door het scanapparaat haalt. Zijn vrouw Melania, en vermoedelijk ook hun zoon Barron, is er wel, zegt de man.
Het gezin Trump neemt de bovenste drie etages in van de Trump Tower op 5th Avenue in New York. Sinds zijn verkiezing wordt de wolkenkrabber zwaar beveiligd. Burgemeester Bill de Blasio kondigde onlangs aan dat hij de rekening voor de beveiliging – al 35 miljoen dollar, 4 ton per dag – gaat doorsturen naar het Witte Huis.
Het gebied rondom Trump Tower is afgezet met betonblokken, en op elke hoek van de straat staat een ‘politiehuisje’. In 57th Street en 56th Street – de straten die langs het gebouw lopen – staan NYPD-auto’s met zwaailicht aan.
Voor de deur staan vier zwaarbewapende mannen. Eenmaal binnen stelt de securitycheck niet veel voor: tassen worden gecontroleerd, personen niet. Bij de politieagenten hangt een vrijdagmiddagsfeer: er wordt veel gekletst en gegrapt, ook met bezoekers.
Campagneschuld
Binnen is het stil, er lopen zo’n twintig toeristen. De enige plek in de toren die nog relatief druk is, is het souvenirwinkeltje. Een vrouw staat met een ‘Make America Great Again’-pet in haar handen. Ze vraagt de verkoopster waar de opbrengst naartoe gaat. ‘Alle opbrengsten worden gebruikt om de campagneschuld af te betalen,’ antwoordt het meisje. De vrouw legt de pet terug.
Amerikaanse media berichtten over winkeliers op 5th Avenue die last zouden hebben van Trumps verkiezing en de daaropvolgende beveiligingsmaatregelen. Maar voor de ingang van Tiffany’s staat een rij, en de verkopers van de Gucci-winkel zeggen de betonblokken om het gebouw juist fijn te vinden: ‘We voelen ons er eigenlijk wel veilig door.’