Turkije is bereid de spanningen met Duitsland verder op de spits te drijven, nadat het eerder al op een conflict aanstuurde met Nederland. Het is goed mogelijk dat Turkse ministers opnieuw naar Duitsland gaan in het kader van het Turkse referendum op 16 april.
Dat zei een woordvoerder van de Turkse president Recep Tayyip Erdogan zondag tegen tv-zender CNN Turk.
Erdogan wil meer macht
Duitsland en Nederland hebben deze maand Turkse bewindslieden tegengehouden, nadat die aankondigden campagne te willen voeren voor het referendum. Erdogan wil meer macht door het huidige parlementaire stelsel af te schaffen. Nu heeft vooral de premier veel te zeggen en heeft de president vooral een ceremoniële functie. Erdogan wil dat de president straks ook formeel de grote leider wordt. Het premierschap komt dan te vervallen.
In Duitsland wonen naar schatting 1,4 miljoen personen van Turkse komaf die stemrecht in Turkije hebben. In Nederland gaat het om ongeveer 245.000 mensen. Deze stemmen kunnen wel eens de doorslag geven bij het referendum. Daarom probeert Erdogan ja-stemmers te ronselen en met dat doel stuurt hij leden van zijn regering naar Europa. Maar Duitsland, Oostenrijk en Nederland zien de komst van die Turkse bewindslieden helemaal niet zitten.
Hoogoplopend diplomatiek conflict
Vorig weekeinde weigerde het Nederlandse kabinet twee Turkse ministers, met een hoogoplopend diplomatiek conflict als gevolg. Erdogan reageerde met de ene na de andere tirade, waarin hij Nederlanders onder meer ‘fascistisch’ noemde en ze beschuldigde van de massamoord in de moslimenclave Srebrenica (1995).
De houding van EU-lidstaten als Duitsland en Nederland heeft vooral te maken met de toenemende ‘Turkofobie‘ in Europa, zegt Erdogans woordvoerder. Volgens deze İbrahim Kalın is het vooral het Westen dat de fouten maakt, terwijl Turkije een land is ‘met een vriendelijk klimaat voor buitenlandse investeerders’.