De identiteit van de dader die maandag een bomaanslag op de metro in Sint-Petersburg pleegde, is mogelijk onthuld door de Kirgizische veiligheidsdienst. De GKNB verklaart dat de dader uit Kirgizië afkomstig is en waarschijnlijk Akbarzhon Jalilov heet.
De 22-jarige Jalilov is een Russisch staatsburger, maar werd geboren in de Kirgizische stad Osj, zegt Rakhat Sulaimanov, woordvoerder van de Kirgizische veiligheidsdienst GKNB, dinsdag tegen het Russische persbureau TASS. Volgens Sulaimanov kreeg Jalilov enige tijd geleden een Russisch paspoort. Rusland heeft zijn identiteit inmiddels ook bevestigd. Eerder werden zijn gedecimeerde overblijfselen gevonden op de plek van de aanslag.
Radicaal-islamitische groepen
Jalilov wordt in verband gebracht met een aantal radicale islamitische groeperingen die in Rusland verboden zijn. De Russische regering onder leiding van Vladimir Poetin ging maandag al vrij snel uit van een terreurdaad. Naar ‘andere scenario’s’ wordt ook nog onderzoek gedaan.
Kirgizië is een overwegend islamitisch land in Centraal-Azië. Het land telt zes miljoen inwoners en maakte vroeger deel uit van de Sovjet-Unie. Rusland en Kirgizië onderhouden nauwe diplomatieke banden. Zo heeft Rusland een vliegbasis in het land. De twee landen doen gezamenlijk onderzoek naar de terreuraanslag.
Het dodental van de aanslag is opgelopen tot 11, 51 mensen raakten gewond. Ook de dader zelf kwam om. Hij zou het explosief in een rugzak bij zich hebben gedragen.
Man met baard
De man met de baard die op eerder verspreide beelden te zien was, is volgens het Russische persbureau Interfax naar de politie gegaan. Hij heeft daar verklaard niets met de aanslag te maken te hebben. De politie ging er eerder van uit dat hij een tweede bom in metrostation Sennaja plosjtsjad had achtergelaten, maar later zou zijn gebleken dat Jalilov ook daarvoor verantwoordelijk is.
Verscheidene wereldleiders hebben inmiddels gereageerd op de aanslag. ‘Vreselijk’ noemde de Amerikaanse president Donald Trump de terreurdaad. ‘Het gebeurt overal ter wereld. Het is absoluut een vreselijke zaak,’ zei hij maandag tegen journalisten. Ook de voorzitter van de Europese Commissie Jean-Claude Juncker heeft gereageerd: ‘Ik ben geschokt en bedroefd. Niets kan zo’n barbaarse daad goedpraten.’ De aanslag is niet nog opgeëist.