Bij protesten in Caracas en andere grote steden in Venezuela zijn zeker drie Venezolanen om het leven gekomen. Honderdduizenden demonstranten gingen de straat op, om te protesteren tegen de ‘staatsgreep’ die door het hooggerechtshof is gepleegd.
Lees verder: Maduro stuurt Venezuela naar de rand van de afgrond
Eind maart ontbond het hof het parlement, waar de oppositie sinds 2015 een meerderheid heeft. Het hooggerechtshof is op de hand van president Nicolás Maduro, die ondanks zijn verkiezingsnederlaag twee jaar geleden weigert af te treden.
Maduro wil macht niet uit handen geven
De socialistische president Maduro – de opvolger van oud-president Hugo Chávez – probeert met behulp van repressie de teugels in handen te houden. Met de ontbinding van het parlement heeft zijn regering de oppositie volledig buitenspel gezet. De oppositie spreekt van een staatsgreep, en roept Venezolanen al weken op te protesteren.
Duizenden demonstranten zwaaiden woensdag Venezolaanse vlaggen en spandoeken, anderen gooiden molotovcocktails naar agenten. Een deel van de menigte droeg maskers om zich te beschermen tegen het traangas dat de politie inzet.
Fatale protesten
Bij de dagenlange protesten zijn tot nu toe acht doden gevallen. Twee van de drie Venezolanen die woensdag overleden, waren student. Een van hen, een jongen van 18, werd doodgeschoten toen hij op weg was naar het voetbalveld. Zelf was hij niet betrokken bij de protesten, maar hij werd geraakt door een kogel van een agent die een rellende groep benaderde.
Meer over de ‘staatsgreep’: hoe het hooggerechtshof de macht greep in Venezuela
De regering meldt dat ook een lid van het nationale leger is gedood door een sluipschutter die het had gemunt op agenten en militairen.
Ondanks eerdere protesten die volledig uit de hand liepen – en waarbij ook meerdere doden vielen – blijven Venezolanen massaal de straat op gaan. Het protest op woensdag werd ‘de moeder der protesten’ genoemd.
Oppositieleiders riepen de bevolking op donderdag weer te protesteren, in de hoop dat Maduro opstapt. ‘Zelfde tijd, zelfde plaats,’ zei oppositieleider Henrique Capriles woensdagavond. ‘Als we vandaag met miljoenen waren, zijn we morgen met nog meer.’