‘Sluitend bewijs voor rol Turkse regering in Armeense genocide’

Demonstratie in den Haag om slachtoffers van de Armeense genocide. Foto: ANP

Historisch onderzoek naar de Armeense genocide levert nieuw bewijs op over de rol van de toenmalige Turkse regering. De ‘Armeense kwestie’ ligt in Turkije zeer gevoelig, omdat de regering tot dusver elke betrokkenheid van Turkije ontkent.

De Turkse regering weigert te spreken van genocide, omdat Turkije naar eigen zeggen part noch deel had aan de etnische zuiveringen. Dit standpunt is lastig vol te houden, schrijft The New York Times, nu er een smoking gun – telegrammen waarin in codetaal opdracht tot genocide wordt gegeven – is gevonden.

Meer nieuws, elke dag in je inbox? Meld je aan voor Elseviers nieuwsbrief >>

Telegramcode gekraakt

Taner Akcam, een historicus aan de Clark University in Massachusetts, is gestuit op de telegrammen, die de betrokkenheid van de toenmalige Turkse regering bij de Armeense genocide zouden aantonen. Bewijs voor de verantwoordelijkheid van de Turkse regering was er tot nu toe maar mondjesmaat; documenten bleken steevast spoorloos. Historici baseerden zich tot nu op kranten en ooggetuigenverslagen.

Naar sluitend bewijs van de genocide door de Turken wordt al jaren gezocht. Toen de Turkse nationalisten in 1922 de macht grepen, slaagde een aantal Armeense notabelen erin om 24 dozen met  juridische documenten over de massamoord naar Engeland te sturen. Naar de inhoud van die dozen doet Taner Akcam op dit moment onderzoek.

Akcam slaagde erin gecodeerde berichten van de Turkse regering uit de Eerste Wereldoorlog te kraken. Zo wordt duidelijk dat de Turkse regering actief betrokken was bij de liquidaties van grote aantallen Armenen. ‘Ik ben er stellig van overtuigd dat het erkennen van fouten in het verleden van essentieel belang is voor de Turkse democratie en mensenrechten,’ zegt Akcam tegen The New York Times.

‘Meer bewijs nodig’

Eric-Jan Zurcher, hoogleraar Turkse studies aan de Universiteit Leiden, nuanceert de claim. Volgens Zurcher zijn er al veel meer telegrammen gevonden, en wordt verondersteld dat de opdrachten tot zuivering mondeling circuleerden. ‘Het is niet zo waarschijnlijk dat hier echt een smoking gun is gevonden,’ zegt Zurcher tegen elsevier.nl. ‘De inhoud van het telegram wordt door The New York Times ook niet openbaar gemaakt. Voor echte politieke gevolgen moet er meer hard bewijs op tafel komen.’

De Armeense minderheid werd tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) gedeporteerd uit de westelijke steden van Turkije. De Turkse regering wantrouwde de Armeniërs, en verwachtte dat ze zich bij de vijand Rusland zouden aansluiten. Om dit de voorkomen waren er etnische zuiveringen. Door Armeniërs massaal te executeren, of door ze de Syrische woestijn in te sturen zonder voedsel en water. Naar schatting anderhalf miljoen Armeniërs kwamen om.