Turkije gaat de Verenigde Staten opnieuw vragen om de uitlevering van de islamitische prediker Fethullah Gülen. President Recep Tayyip Erdogan ziet zijn kans schoon aan de vooravond van zijn bezoek aan het Witte Huis.
De Turkse minister van Justitie Bekir Bozdağ heeft maandag in Washington een ontmoeting van zijn Amerikaanse ambtgenoot Jeff Sessions. Hij zal met ‘nieuwe bewijzen’ komen die aantonen dat Gülen achter de mislukte staatsgreep van juli vorig jaar zit. Dat meldt het Turkse staatspersbureau Anadolu.
Het Westen is sceptisch
Tot dusver hebben de Turken de wereld er nog niet van kunnen overtuigen dat Erdogans aartsvijand achter de putsch zit. Harde bewijzen zijn nooit gepresenteerd, dus blijft het Westen sceptisch, al zei de vicevoorzitter van de Europese Commissie Frans Timmermans in november dat hij ‘op basis van contacten’ indicaties heeft dat Gülen het brein is achter de putsch. Het bleef bij woorden, want Timmermans kwam niet met bewijzen.
Erdogan bezoekt de Verenigde Staten van 15 tot 17 mei en heeft dan een ontmoeting met de Amerikaanse president Donald Trump. Erdogan zal Trump om uitlevering van Gülen vragen. Turkse pogingen om dat bij voormalig president Barack Obama voor elkaar te krijgen, liepen op niets uit. Een nieuwe ronde, nieuwe kansen dus voor het Turkse bewind. De signalen waren, vanuit Turks oogpunt, in eerste instantie bemoedigend.
Michael Flynn
Trumps toenmalig adviseur Michael Flynn omschreef Gülen vorig jaar als ‘radicaal islamist’ en zei dat diens organisatie – die in grote delen van de wereld actief is – alle kenmerken vertoont van een ‘slapend’ terreurnetwerk. Zo’n man moeten we geen onderdak bieden in de Verenigde Staten, zei Flynn.
Later bleek dat hij met Turkse ministers had gesproken over de uitlevering van Gülen. Maar de voor Turkije welwillende factor Flynn is weg uit Trumps entourage. Flynn, nationaal veiligheidsadviseur van de nieuwe Amerikaanse president, moest in februari opstappen.