Voor de derde keer in een paar maanden tijd kreeg de Britse premier Theresa May een terreuraanslag voor haar kiezen. Ze vindt dat Groot-Brittannië veel te tolerant is voor het radicaalislamitische gedachtegoed.
Tijdens een persconferentie naar aanleiding van de twee ogenschijnlijk gecoördineerde aanslagen die zaterdagavond werden gepleegd, veroordeelt zij de ‘boosaardige’ ideologie van de daders.
Vijf andere aanslagen voorkomen
‘Het is tijd om te zeggen: genoeg is genoeg. De daders van de aanslagen hadden allemaal één ding gemeen: een radicaalislamitische achtergrond. Daartegen moet harder worden opgetreden,’ aldus May. Ze gaf aan dat het antiterreurbeleid en de antiterreurwetten tegen het licht worden gehouden. De politie moet meer mogelijkheden krijgen om vroegtijdig te kunnen ingrijpen. Ook eist May dat internetbedrijven meer doen tegen online haatzaaien.
Ze claimt, ondanks de derde aanslag in een drie maanden tijd, successen te hebben geboekt in de strijd tegen de islamitische terreur. Sinds de eerste aanslag in maart bij het Britse parlement, waarbij ook een voertuig inreed op voorbijgangers op een brug, hebben de autoriteiten volgens May vijf andere aanslagen in het land voorkomen. Eind mei doodde een zelfmoordterrorist veelal kinderen bij een concert van Ariana Grande in Manchester.
Geen connectie
Bij de dubbele aanslag in de nacht van zaterdag op zondag kwamen zeker zeven mensen om het leven. Drie terroristen reden met hun busje in op een menigte voetgangers, waarna zij uitstapten en in een uitgaansdistrict dood en verderf zaaiden met lange messen. Er bestaat volgens May geen connectie tussen de drie afzonderlijke aanslagen. Er is veeleer sprake van kopieergedrag: ‘Terrorisme voedt terrorisme,’ zegt de premier daarover.
Donderdag zijn er parlementsverkiezingen in het Verenigd Koninkrijk. May hoopt dan een mandaat te krijgen van de Britse kiezer voor een langer verblijf in Downing Street 10. Zondag hebben Mays Conservatieven en oppositiepartij Labour van Jeremy Corbyn de nationale campagne opgeschort uit piëteit met de slachtoffers.