Mocht de Syrische president Bashar al-Assad opnieuw een chemische aanval uitvoeren, dan zullen de Franse president Emmanuel Macron en de Amerikaanse president Donald Trump de handen ineen slaan om daar een antwoord op te geven.
Trump en Macron hebben dat dinsdag in een telefoongesprek met elkaar afgesproken.
Overeenstemming met Amerikaans antiterreurbeleid
Macron heeft eerder gezegd dat zijn regering luchtaanvallen zou kunnen beginnen tegen doelen in Syrië als er een chemische aanval wordt uitgevoerd. Met de samenwerking met Trump lijkt Macron zijn buitenlandse beleid in overeenstemming te brengen met Amerika op het gebied van terreurbestrijding. Ook zou hij zoeken naar betere banden met Rusland, dat hij eerder een ‘langetermijnpartner’ noemde, en geen directe bedreiging voor Europa.
De Verenigde Staten verklaarden maandag dat het regime van Assad een nieuwe aanval met chemische wapens voorbereidt. Het Witte Huis stuurde daarop een waarschuwing naar Assad: hij en zijn leger zullen een ‘zware prijs’ betalen als ze ‘nog zo’n massamoord uitvoeren met chemische wapens’.
De voorbereidingen die Syrië treft, zouden volgens de verklaring van het Witte Huis lijken op die voorafgaande aan de aanval van 4 april op het rebellenbolwerk Khan Sheikhoun, waarbij tientallen burgers de dood vonden. Als reactie op de gifgasaanval gaf Trump het bevel voor een aanval met 59 Tomahawk-raketten op de Syrsiche luchtmachtbasis al-Shayrat. Dat gebeurde vanaf de Middellandse Zee. De beoogde doelen waren Syrische gevechtsvliegtuigen, oorlogsapparatuur, munitie- en brandstofdepots.
Rusland ontkent Amerikaanse vermoedens
Rusland wuifde de vermoedens van de Amerikanen over een nieuwe chemische aanval dinsdag weg, en liet bovendien weten dat dreigementen niet op prijs worden gesteld. ‘Wij vinden dit soort bedreigingen aan het adres van de rechtmatige leider van de Syrische Arabische Republiek onaanvaardbaar,’ zei regeringswoordvoerder Dmitry Peskov. Rusland ziet het regime van Assad als bondgenoot.
Rusland heeft bovendien altijd volgehouden dat de gifgasaanval van april geen aanval was op onschuldige burgers, maar dat Syrië een gifgasdepot van de rebellen had geraakt.
De spanningen tussen Amerika enerzijds en Syrië – en bondgenoten Rusland en Iran – anderzijds zijn de afgelopen tijd opgelopen. Ruim een week geleden waarschuwde het Kremlin dat elk gevechtsvliegtuig van de coalitie dat zich ten westen van de rivier de Eufraat bevindt – het gebied waar ook de Russen vliegen – een potentieel doelwit is.
Even daarvoor hadden de Amerikanen een Syrisch gevechtsvliegtuig neergehaald. Dat zette natuurlijk kwaad bloed in Rusland. Het Kremlin liet vervolgens weten dat het stopt met de speciale hotline die is bedoeld om bijvoorbeeld botsingen in het drukbezette luchtruim boven Syrië te voorkomen.