De Europese Unie moet de toetredingsgesprekken met Turkije stopzetten als het land nog verder afdrijft van democratische waarden. Die oproep ondersteunde een grote meerderheid van het Europees Parlement donderdag in Straatsburg.
Het Europees Parlement stemde met 477 voor, 64 tegen en 97 onthoudingen. Het Parlement maakt zich naar eigen zeggen steeds meer zorgen over de achteruitgang van de rechtsstaat, de mensenrechten, de persvrijheid, en de strijd tegen corruptie.
Turkije heeft laten weten de stemming niet te accepteren.
Honderden miljoenen euro’s anders besteden
Als de beruchte grondwetswijziging in Turkije – waarmee president Recep Tayyip Erdogan meer macht krijgt – wordt doorgevoerd, is het tijd om de kandidatuur voor toetreding tot de Europese Unie (EU) te beëindigen, aldus het Parlement.
Europarlementariër en Turkije-rapporteur Kati Piri stelt dat de honderden miljoenen euro’s die Turkije jaarlijks ontvangt om zich voor te bereiden op de toetreding, dan moeten worden besteed aan de Turken ‘die wel geloven in Europese waarden’. Het Parlement wil intussen wel met Turkije blijven samenwerken, onder meer door de douane-unie met het land uit te breiden.
Slappe houding
De gesprekken liggen in de praktijk al een tijdje stil. Toch willen de Europese Commissie en de lidstaten van de EU de onderhandelingen nog niet officieel stoppen. Verscheidene parlementariërs en Piri verwijten de lidstaten en de Commissie een te slappe houding ten aanzien van Turkije. Piri vindt dat de EU-leiders Erdogans autoritaire gedrag voeden door zich niet krachtig uit te spreken tegen zijn beleid. Een aantal EU-lidstaten, waaronder Oostenrijk en Bulgarije, spraken zich eerder wel uit tegen voortzetting van de gesprekken.
Meer nieuws, elke dag in je inbox? Meld je aan voor onze nieuwsbrief >>
Turkije reageerde al snel op de Europese stemming. ‘Turkije accepteert de stemming niet,’ liet de Turkse minister voor EU-zaken Omer Celik weten. De regering in Ankara beschouwt het politieke besluit als ‘ongeldig’. Huseyin Muftugolu, woordvoerder van het ministerie van Buitenlandse Zaken, verklaarde daarnaast dat de stemming was gebaseerd op ‘valse beweringen en beschuldigingen’ en dat de stemming de reputatie van het Parlement ondermijnt.