De regeringsleiders van Frankrijk, Duitsland, Spanje en Italië ontmoeten in Parijs hun collega’s uit Libië, Tsjaad en Niger. Doel van de bijeenkomst is terugdringing van het aantal migranten aan de Europese zuidgrens. Voor de Franse president Emmanuel Macron is dit een gelegenheid om leiderschap te tonen. Lukt hem dat ook?
Volgens de Franse regering is de top bedoeld om de Europese steun aan de regeringen van Tsjaad, Niger en Libië te hernieuwen. Het gaat erom een gemeenschappelijke visie op migratie te ontwikkelen, schrijft het Franse dagblad Le Monde.
De Europese Unie probeert al enige tijd de migratie via de Middellandse Zee terug te dringen via ontwikkelingssamenwerking. De mini-top moet daaraan bijdragen.
De top volgt op een zomer waarin vooral Libië en Italië hebben gepoogd om de stroom migranten te verminderen. Zo zette Italië de marine in tegen bootjes met migranten en mensensmokkelaars. Hulporganisaties klaagden dat de Libische kustwacht het vuur opende op hun boten; Libië zegt dat het slechts om waarschuwingsschoten ging. Drie hulporganisaties staakten daarop hun acties voor de Libische kust, omdat ze de veiligheid van hun medewerkers niet meer konden garanderen.
Tajani wil variant op Turkijedeal
Ook vanuit het Europees parlement klinkt de roep om een akkoord met Libië. De voorzitter van het Europees Parlement, Antonio Tajani, vindt dat er eenzelfde soort deal met Libië moet komen als er al is met Turkije. Dat zegt Tajani vandaag in het Italiaanse dagblad La Repubblica.
Volgens Tajani moet de Europese Unie investeren in het Afrikaanse continent, om op lange termijn economische migratie tegen te gaan. De voorzitter van het Europees Parlement verwacht dat dit 50 tot 60 miljard euro kost. In 2015 werd bij de top in Malta over migratie afgesproken om 1,8 miljard euro te investeren, om de migratie een halt toe te roepen.