De teruggekeerde jihadist Hakim Elouassaki eist 100.000 euro schadevergoeding van de Belgische staat. De reden is dat de overheid er niet in slaagt om een psychiatrische analyse van hem te maken, terwijl dat hem ‘beloofd’ was.
Dat meldt de Belgische krant De Standaard maandag.
Granaatscherf in zijn hoofd
De 23-jarige Elouassaki uit Vilvoorde had eigenlijk al in september 2014 terecht moeten staan in het omvangrijke Sharia4Belgium-proces in Antwerpen. Maar tijdens de eerste zitting werd al besloten dat hij eerst aan een uitgebreid psychiatrisch onderzoek moest worden onderworpen, omdat hij terugkeerde uit Syrië met een granaatscherf in zijn hoofd.
Volgens onze bloggers
Afshin Ellian: ‘Na val kalifaat: wat te doen met “onze” jihadisten?’
Ook in een ander onderzoek naar de ontvoering en het doden van een sjiitische gijzelaar werd geoordeeld dat Elouassaki aan een psychiatrisch onderzoek moest worden onderworpen. Maar die observatie zou alleen mogelijk zijn in een gespecialiseerde instelling, die er officieel al sinds 1964 had moeten zijn maar er vandaag de dag nog altijd niet is.
‘We hebben gewacht om de overheid een kans te geven aan haar verplichtingen te voldoen, maar er is niets van terechtgekomen,’ zegt Abderrahim Lahlali, een van de advocaten van Elouassaki. Hij dient vandaag een klacht in tegen België en eist 100.000 aan ‘morele schadevergoeding en een dwangsom van 2.500 euro per dag voor elke bijkomende dag dat de staat er niet in slaagt om de wet na te leven’.
‘Pang’
De 22-jarige Vlaming Hakim Elouassaki uit Vilvoorde vocht sinds oktober 2012 samen met tientallen leden van Sharia4Belgium in Syrië aan de zijde van de radicale beweging Jabhat al-Nusra, de terreurbeweging die is gelieerd aan Al-Qa’ida.
Hij belde op 14 januari 2013 met zijn vriendin Leila in Vilvoorde. ‘Raad eens? Vandaag heb ik iemand gedood,’ vertelde hij trots. ‘Een kogel in het hoofd. Pang.’
Tegenover de politie deed hij het eerder voorkomen alsof hij in Syrië was om humanitaire hulp te verlenen, en deed hij het verhaal aan zijn vriendin af als ‘stoere praat’. Maar later wilde hij plotseling een verklaring afleggen, en vertelde hij hoe hij een gijzelaar ombracht.
‘Ik heb een executie uitgevoerd toen de leiders van onze gevechtsgroep mij daarvoor hadden aangeduid,’ bekende Elouassaki. Volgens de Vlaming kon hij niet weigeren, want wie dat wel deed, tekende praktisch zijn eigen doodsvonnis. Hij wist naar eigen zeggen niet wie het slachtoffer was, en wist alleen dat de persoon dood moest omdat de familie het gevraagde losgeld niet kon betalen.