In plaats van de Koerden te bestrijden, kan Turkije zich beter richten op de strijd tegen de Islamitische Staat (IS), meent de Amerikaanse minister van Defensie James Mattis. In aanloop naar een ontmoeting tussen de twee NAVO-bondgenoten is de spanning over de situatie in Syrië om te snijden.
Bij een vergadering van de NAVO in Brussel, waarbij de defensieministers van de landen in het militaire bondgenootschap aanwezig waren, spoorde Mattis zijn Turkse ambtsgenoot Nurettin Canikli woensdag aan tot een ‘hernieuwde focus’ op de strijd tegen IS. Zo wil het Pentagon voorkomen dat een deel van de islamitische terreurorganisatie blijft bestaan en zich opnieuw in Syrië vestigt.
De Verenigde Staten steunen de Koerdische volksbeschermingseenheden (YPG) in de strijd tegen IS, maar Turkije beschouwt de YPG als een verlengstuk van de Koerdische terreurgroep PKK. Uit angst dat de Koerden aan de Turkse zuidgrens een staat oprichten, bestrijdt het Turkse leger de YPG te vuur en te zwaard, onder meer in de Noord-Syrische regio Afrin.
Turkije moet zich schamen voor de barbarij in Afrin, vindt Afshin Ellian
‘VS houden niemand voor de gek’
De Turkse vicepremier Bekir Bozdağ vindt dat de Verenigde Staten zich niet kunnen scharen achter verzetsbewegingen die door hun naam of logo te veranderen geen terreurorganisatie meer zouden zijn. ‘Daarmee houden ze niemand voor de gek,’ zei Bozdağ woensdag volgens het Turkse dagblad Hurriyet News.
De Turken zijn niet te spreken over het Amerikaanse handelen in Noord-Syrië, in het bijzonder in de strategische stad Manbij. President Recep Tayyip Erdogan en minister van Buitenlandse Zaken Mevlüt Cavusoglu riepen de Verenigde Staten de afgelopen weken met klem op te vertrekken uit Manbij en te stoppen met het leveren van wapens aan de YPG-milities.
In een poging de lucht tussen beide landen te klaren, is de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Rex Tillerson op bezoek in Turkije. Donderdag dineert hij met president Erdogan, vrijdag staat vermoedelijk een gesprek tussen Tillerson en Cavusoglu op het programma. De Amerikanen verwachten dat de gesprekken moeizaam zullen verlopen.
Veel NAVO-landen halen de norm van 2 procent niet
Tijdens de NAVO-bijeenkomst van woensdag drukte de Amerikaanse defensieminister Mattis de NAVO-bondgenoten nogmaals op het hart dat ze hun verplichtingen moeten nakomen. Alle 29 leden van het militaire bondgenootschap moeten minstens 2 procent van hun nationaal inkomen besteden aan defensie. Bijna de helft van de NAVO-landen – waaronder Nederland, dat niet verder komt dan 1,3 procent – voldoet niet aan die norm.
‘Mattis heeft heel feitelijk aangegeven hoe de situatie is: vijftien landen halen het en de rest niet. En bij die laatste zitten wij, zoals het er nu uitziet,’ reageerde de Nederlandse minister van Defensie Ank Bijleveld (CDA). ‘Als je naar de feiten luistert, is het natuurlijk wel een harde boodschap. Ik heb aangegeven dat wij 5 miljard extra kunnen besteden. Een goed begin.’