‘Boekhouder van Auschwitz’ overleden, wie was Oskar Gröning (96)?

De veroordeelde voormalig SS-officier Oskar Gröning - AFP

Oskar Gröning, die bekendstaat als de ‘boekhouder van Auschwitz’, is op 96-jarige leeftijd overleden. Hij was in 2015 een van de laatsten die werd veroordeeld voor de nazi-genocide van Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Gröning werd tot vier jaar gevangenisstraf veroordeeld voor zijn rol als medeplichtige bij de moord op driehonderdduizend van de ongeveer één miljoen slachtoffers van het concentratiekamp Auschwitz. Hij lag in het ziekenhuis toen hij stierf, zijn straf nog moest beginnen. Volgens een woordvoerder van de aanklager overleed hij vrijdag in Hannover. In het kamp nam Gröning zelf niet deel aan het moorden, maar telde het afgepakte geld van slachtoffers bij hun aankomst.

Gröning wordt op 10 juni 1921 geboren in het plaatsje Nienburg in Nedersaksen. Op vierjarige leeftijd overlijdt zijn moeder. Zijn vader, werkzaam in de textielindustrie, is fel nationalist en voedt hem met harde hand op: gehoorzaamheid, discipline en autoriteit staan centraal. Op jonge leeftijd raakt Gröning al gefascineerd door militaire uniformen en een van zijn vroegste herinneringen is het bekijken van foto’s van zijn opa, die te paard en met trompet in de hand poseerde tijdens zijn dienst in een elite-eenheid van het Hertogdom Brunswijk.

Lodewijk AsscherLees ook deze column van Carla Joosten:

Schelden op sociale ­media alsof er geen Holocaust is geweest

Nam deel aan boekverbrandingen

In 1929 gaat de textielbusiness van vader Gröning failliet en zijn woede over hoe Duitsland wordt behandeld in navolging van het Verdrag van Versailles neemt toe. Onder invloed van zijn familie krijgt Gröning een steeds sterkere sympathie voor het nazisme en gelooft dat de nazi’s ‘mensen zijn die het beste voor Duitsland willen en daar werk van maken’.

Als jochie treedt Gröning toe tot de jongerenafdeling van de Stahlhelm, een organisatie van en voor Duitse veteranen van de Eerste Wereldoorlog. Nadat de nazi’s in 1933 aan de macht zijn gekomen, wordt hij lid van de Hitlerjugend. Gröning ontpopt zich tot een overtuigd nazi en neemt bijvoorbeeld deel aan boekverbrandingen van Joodse schrijvers. Hij rondt zijn school af met hoge cijfers en begint op zeventienjarige leeftijd aan een opleiding tot bankklerk. Kort hierna breekt echter de Tweede Wereldoorlog uit en treedt Gröning toe tot het leger.

Werk in Auschwitz werd ‘routine’

In 1940 wordt Gröning toegelaten tot de SS, waar hij een functie als boekhouder bekleedt. Twee jaar later wordt hem opgedragen te vertrekken naar concentratiekamp Auschwitz, zodat zijn positie vrijkomt voor een gewonde veteraan. Zijn leidinggevenden doen aanvankelijk geheimzinnig over wat zich precies afspeelt in het kamp, maar het duurt niet lang voor Gröning na aankomst begrijpt dat er stelselmatig en op grote schaal Joden om het leven worden gebracht. Hij is hierover naar eigen zeggen in eerste instantie ‘verbijsterd’, maar accepteert snel zijn rol in het geheel. Zijn werk wordt na een paar maanden ‘routine’, zo omschrijft hij. Bankbiljetten die hij in de bagage van Joden vindt, stuurt hij naar SS-kantoren in Berlijn.

Na de oorlog zit Gröning korte tijd zelf in een concentratiekamp. Maar zoals zoveel voormalige nazi’s wordt hij na niet al te lange tijd vrijgelaten.

Ontkenners van Holocaust overtuigen

Grönings rechtszaak wordt gezien als een van de laatste grote processen in verband met de Holocaust, waarbij ongeveer zes miljoen Joden werden vermoord door het regime van Adolf Hitler. Het begin van zijn straf werd uitgesteld door juridisch getouwtrek en zijn slechte gezondheid.

Zijn zaak kwam onder de aandacht in 2005 na het geven van interviews over zijn werk in het kamp. Gröning wilde daarmee ontkenners van de Holocaust overtuigen dat de genocide daadwerkelijk had plaatsgevonden. Hij gaf toe dat hij moreel schuldig was voor het werk dat hij in Auschwitz had verricht.