OPCW nog niet in Douma: Amerika vermoedt obstructie

Gesluierde vrouwen bij Douma. Foto:AFP

De Organisatie voor een verbod op Chemische Wapens (OPCW) zou afgelopen zaterdag beginnen met het onderzoek naar de vermeende aanval met gifgas in de Syrische stad Douma. Volgens de OPCW is het onderzoeksteam echter nog in Damascus. Rusland wordt ervan beschuldigd het team tegen te houden.

Dat zegt de Britse delegatie van de OPCW tegen persbureau Reuters. De Syrische regering en de Russen hebben het gebied rond Douma in handen, en garandeerden eerder via de VN-Veiligheidsraad dat de OPCW onderzoek kon doen in Douma. In die stad vielen op 7 april tientallen doden en honderden gewonden, mogelijk door gebruik van chemische wapens.

Bijna tien dagen later heeft de OPCW nog steeds geen onderzoeksteam op locatie. Volgens een Amerikaanse OPCW-ambassadeur, Kenneth Ward, rijst het vermoeden dat Rusland probeert het bewijs op de locatie te maskeren.

Lees ook de column van Afshin Ellian

Aanval op Syrië: reactie Nederland is verbijsterend

Sergej Lavrov, de Russische minister van Buitenlandse Zaken, ontkent dat in Douma is geprobeerd om bewijs van de aanval met chemische wapens te maskeren. Integendeel, zegt de Russische topdiplomaat. Volgens hem is de vertraging juist het gevolg van de raketaanval door Washington, Parijs en Londen zaterdagochtend. Lavrov benadrukt nogmaals dat er helemaal geen aanval met chemische wapens is geweest.

Lavrov: ‘Met raketaanval probeerde Amerika onderzoek te verstoren’

Volgens Lavrov is het vreemd dat de drie NAVO-bondgenoten juist aan de vooravond van het OPCW-onderzoek hun bombardementen uitvoerden. Die bombardementen waren overigens in Damascus en Homs, niet in de directe omgeving van het gebied waar de gifgasaanval gepleegd zou zijn. De aanvallen waren gericht op Syrische depots van chemische wapens. Na de vermeende gifgasaanval op het voormalige rebellenbolwerk Douma vorig weekeinde werd de raketaanval al aangekondigd door de Amerikaanse president Donald Trump.

Veel steun voor luchtaanvallen

De meeste westerse landen steunen de aanval van Amerika, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk. Premier Mark Rutte sprak vannacht van Nederlandse ‘steun voor een weloverwogen aanval’. In diezelfde bewoordingen spreekt ook Turkije: het Turkse ministerie van Buitenlandse Zaken verwelkomde zaterdagochtend de aanval, en sprak van een ‘goed afgewogen’ reactie.

Ook de Duitse bondskanselier Angela Merkel sprak haar steun uit voor de actie van de westerse coalitie. In een reactie noemt ze de raketaanval ‘noodzakelijk en proportioneel’. Afgelopen donderdag liet ze weten dat Duitsland niet mee wil doen, maar dat het de militaire actie wel steunt.

Jean-Claude Juncker, voorzitter van de Europese Commissie, sprak van een ‘vergeldingsactie’ zonder direct steun uit te spreken voor de aanvallen. De daders van de ‘verschrikkelijke gifgasaanval’ in Douma moeten volgens hem worden opgespoord en berecht. De Amerikaanse minister van Defensie James Mattis liet zaterdagochtend weten dat er geen vervolgacties gepland zijn.