Zondag gaan Hongaarse kiezers naar de stembus om het parlement te kiezen. Verwacht wordt dat de partij Fidesz van de Hongaarse premier Viktor Orbán opnieuw de grootste wordt. Hij voerde een felle campagne met harde retoriek. De grote vijanden? De Europese Unie (EU) en miljardair George Soros.
Orbán, die binnen de EU vooral bekendstaat om zijn negatieve houding ten opzichte van immigratie en zijn weerstand tegen verdere Europese integratie, oogst ontzag bij andere opstandige EU-lidstaten.
De Poolse leider Jaroslaw Kaczynski sprak zich vrijdag dan ook uit voor Orbán en Fidesz. ‘Premier Orbán zal Europa in de juiste richting wijzen,’ aldus Kaczynski, die pleit voor een EU die is gebaseerd op ‘de kracht van soevereine landen en hun vrijwillige samenwerking’. De ‘vriendschap’ tussen Polen en Hongarije maakt volgens Kaczynski ‘de weg vrij voor onze landen om onafhankelijk te zijn en vrij om onze eigen beslissingen te nemen’.
Oost-Europese lidstaten tarten EU
Dat de twee landen verder naar elkaar toe groeien is geen verrassing. Kaczynski leidt de partij Recht en Rechtvaardigheid (PiS), de regeringspartij die al geruime tijd in de clinch ligt met de EU vanwege een aantal controversiële wetswijzigingen. Die tasten de rechtsstaat en de trias politica (scheiding der machten, red.) aan, is de kritiek van onder anderen de vicevoorzitter van de Europese Commissie Frans Timmermans.
Lees ook dit portret van Viktor Orbán, beschermengel van het christendom
In december riep de Europese Commissie onder leiding van Jean-Claude Juncker Artikel 7 in tegen Polen, waarmee het land in theorie het stemrecht binnen de EU kan verliezen. De Hongaarse regering schaarde zich echter achter Polen, en gaf aan bij een dergelijke stemming een veto te zullen uitspreken. Dan gaat het feest niet door.
Ook Orbán wekte meermaals de toorn van EU-kopstukken, vanwege zijn harde grensbeleid tijdens de migratiecrisis in 2015. Hij liet onder meer een hek bouwen aan de Hongaarse grens. Orbán gaf destijds als argument dat zijn grenshek de hele EU beschermt tegen immigratie, en dat zijn land daarom niet bestraft maar juist geprezen moest worden.
Orbán tart westerse EU-landen vaak met zijn uitspraken. ‘Het gevaar komt voor ons niet langer uit Moskou, maar uit Brussel, Parijs en Berlijn,’ zei hij bijvoorbeeld in februari in zijn jaarlijkse toespraak over de toestand van de natie. Orbán stelt de regering van de Russische president Vladimir Poetin graag ten voorbeeld en neemt het binnen de Europese Unie geregeld op voor de Russen, tot ergernis van westerse EU-lidstaten.
Orbán trots op ‘niet-liberale democratie’
Orbán trekt ten strijde tegen de ‘liberale democratieën’ van West-Europa en sprak onlangs tijdens de viering van een nationale feestdag in Hongarije trots over de ‘niet-liberale democratie’ van zijn land. ‘In deze verkiezing is er de keuze tussen de democratische krachten enerzijds en de internationale antidemocratische krachten anderzijds’. Orbán muntte de term ‘niet-liberale democratie’ voor zijn eigen regering. Volgens Orbán zijn de Hongaarse burgers tegen immigratie en moeten ze trots zijn op hun regering, die als enige in Europa advies vroeg aan de burgers in de vorm van een referendum tijdens de immigratiecrisis.
De leider van de liberale ALDE-fractie in het Europees Parlement Guy Verhofstadt uitte onlangs stevige kritiek op de Europese Volkspartij, de fractie van de christen-democraten in het Europees Parlement. De fractie, waarvan de partij van Orbán deel uitmaakt, maar bijvoorbeeld ook het CDA, moet de Hongaarse premier aanspreken op antisemitisme. Orbán richtte tijdens zijn felle campagne voor de verkiezingen zijn pijlen voornamelijk op de Hongaarse, en Joodse, miljardair George Soros.
Orbán beweert dat Soros de oorspronkelijke bevolking van Hongarije wil vervangen voor migranten. ‘We hebben een tegenstander die anders is dan wij,’ zegt Orbán, doelend op Soros. ‘Hij werkt niet met open vizier, maar in het geniep. Hij is niet eerlijk, maar bedriegt, hij is niet nationaal, maar een kosmopoliet. Hij gelooft niet in werken, maar speculeert met geld. Hij heeft geen vaderland, omdat hij denkt dat de hele wereld van hem is.’
Na deze woorden zei Verhofstadt dat hij niet begrijpt waarom de EVP met Orbán in zee gaat en hem gelukwenst tijdens de verkiezingen. Dat laatste deed de Franse EVP-voorzitter Joseph Daul in een tweet aan Orbán. Verhofstadt vindt dat de EVP Orbán tot de orde moet roepen als het gaat om antisemitische uitingen.
Verhofstadt plaatste de EVP in een ongemakkelijke positie: Manfred Weber, voorzitter van de EVP-fractie in het Europese Parlement, was kort daarvoor nog in Boedapest om zich te verzekeren van de steun van Fidesz. Orbán toonde zijn goede wil: ‘Fidesz zal zich bij de EVP voegen tijdens de verkiezingen van het Europees Parlement in 2019.’
Orbán is daar ook trots op: ‘Het is waar dat we aan de rechterkant van die politieke stroming staan. Maar de EVP is een grote tent, waarbinnen onze partij ook een plaats heeft.’ Voorlopig blijft de partij nog deel uitmaken van de christen-democratische fractie.