Nu zijn partij een meerderheid heeft behaald in het parlement, kan de Hongaarse premier Viktor Órban zijn plan om immigranten te weigeren makkelijker doorzetten. Órbans partij Fidesz wil een grondwettelijke aanpassing doorvoeren om ervoor te zorgen dat de Europese Unie (EU) Hongarije niet kan dwingen om (islamitische) migranten op te nemen.
Órban diende het amendement al in 2016 in, maar het voorstel wist destijds geen tweederde meerderheid te behalen. Dat is nodig om de aanpassing door te voeren.
Partij werkt ook aan ‘Stop Soros’-voorstel
De oppositiepartij Jobbik blokkeerde het voorstel destijds. Maar doordat Fidesz tijdens de verkiezingen begin deze maand een absolute meerderheid wist te behalen, heeft de partij de macht om constitutionele amendementen door te voeren.
Lees ook dit portret van Viktor Orbán, beschermengel van het christendom
Parlementariër Máté Kocsis van Fidesz zei donderdag bovendien tegen het Hongaarse persbureau MTI dat de partij ook overweegt om een ‘Stop Soros’-voorstel in te dienen. Daarmee zouden de regels met betrekking tot non-gouvernementele organisaties, waaronder die van de Joodse Hongaars-Amerikaanse miljardair George Soros, moeten worden verscherpt. Órban beschuldigt Soros er consequent van dat hij de oorspronkelijke bevolking van Hongarije wil vervangen door islamitische migranten. Het bestrijden van Soros was dan ook een speerpunt van zijn verkiezingscampagne.
‘We hebben een tegenstander die anders is dan wij,’ zei Orbán begin deze maand, doelend op Soros. ‘Hij werkt niet met open vizier, maar in het geniep. Hij is niet eerlijk, maar bedriegt, hij is niet nationaal, maar een kosmopoliet. Hij gelooft niet in werken, maar speculeert met geld. Hij heeft geen vaderland, omdat hij denkt dat de hele wereld van hem is.’ Verschillende kopstukken in het Europees Parlement beschuldigden Orbán van antisemitisme naar aanleiding van deze uitspraken.
Liever bewaken van grenzen dan herverdelen van migranten
Begin dit jaar trok Órban opnieuw fel van leer tegen andere lidstaten van de Europese Unie en tegen het herverdelingsplan van migranten in het bijzonder. Zijn land weigert daaraan mee te werken. ‘De oplossing is duidelijk niet om de mensen die hier illegaal zijn gekomen te verdelen over de hele EU,’ aldus Orbán. Het herverdelingsplan van de EU faalde jammerlijk, vooral omdat een aantal landen – Hongarije en drie andere Centraal-Europese landen – weigerde eraan mee te werken.
Om dit probleem op te lossen, moet Europa zich bezighouden met het ‘echte probleem’, namelijk het bewaken van de grenzen, vindt Orbán. De Hongaarse premier heeft zich in het verleden vaker opgeworpen als de beschermheer van de Europese grenzen, vooral nadat hij in 2015 had besloten om de Hongaarse grens met Servië te sluiten met een hek. Doordat Hongarije die grens sloot, droogde de migratiestroom via de beruchte Balkanroute voor een groot deel op.
Diverse keren wekte hij de toorn van EU-kopstukken vanwege zijn harde grensbeleid tijdens de migratiecrisis in 2015. Orbán gaf destijds als argument dat zijn grenshek de hele EU beschermt tegen immigratie, en dat zijn land daarom niet bestraft, maar juist geprezen moest worden.
Orbán tart westerse EU-lidstaten vaak met zijn uitspraken. ‘Het gevaar komt voor ons niet langer uit Moskou, maar uit Brussel, Parijs en Berlijn,’ zei hij bijvoorbeeld in februari in zijn jaarlijkse toespraak over de toestand van de natie. Orbán stelt de regering van de Russische president Vladimir Poetin graag ten voorbeeld en neemt het in de Europese Unie geregeld op voor de Russen, tot ergernis van westerse EU-landen.