NAVO moet rigoureus op de schop: dit zijn de veranderingen

Archiefbeeld van Duitse soldaten tijdens een NAVO-training - Foto: AFP

De NAVO moet flink opschalen. Donderdag geven de ministers van Defensie van de 29 NAVO-landen tijdens een symposium in Brussel groen licht voor het zogenoemde 4×30-plan.

Dat plan houdt in dat de NAVO-landen uiterlijk in 2020 bij een dreiging snel een fors leger op de been moeten kunnen brengen. Binnen uiterlijk 30 dagen moeten dertig gemechaniseerde bataljons, dertig squadrons gevechtsvliegtuigen en dertig oorlogsschepen naar een crisisgebied kunnen worden gestuurd.

Veranderingen reactie op Russische ‘assertiviteit’

‘In een steeds onvoorspelbaar wordende wereld is het essentieel dat we de juiste troepen op het juiste moment op de goede plaats hebben,’ zei NAVO-chef Jens Stoltenberg in Brussel. Een bataljon bestaat uit zeshonderd tot duizend troepen, een squadron uit tenminste tien vliegtuigen. Het gaat om troepen die in het kielzog van de snelle NAVO-reactiemacht kunnen worden ingezet. Voor deze zogenoemde flitsmacht (VJTF) leveren Nederland, Duitsland en Noorwegen in 2019 de landtroepen.

Het is een reactie op de Russische ‘assertiviteit’, zoals het wordt genoemd. Het militaire bondgenootschap is al langer bezig de paraatheid te verhogen, vooral op aandringen van Amerika en de Baltische Staten.

Om sneller te kunnen reageren, gaat ook de commandostructuur op de schop. Er komen twee nieuwe commandocentra om militaire transporten over land en zee te stroomlijnen, in respectievelijk de Zuid-Duitse stad Ulm en in de Amerikaanse plaats Norfolk. Het aantal NAVO-medewerkers moet worden verhoogd met twaalfhonderd man, onder wie vijftig Nederlanders.

Daarnaast moet ook een aantal juridische (douane)obstakels worden weggewerkt. Volgens Stoltenberg kan het project uitgroeien tot een ‘vlaggenschip’ van de NAVO. ‘Het is makkelijker voor toeristen om door Europa te reizen dan voor onze soldaten. Hoe is dat mogelijk?’ vroeg minister van Defensie Ank Bijleveld zich donderdag in Brussel hardop af. ‘Het passeren van Europese grenzen in een militaire truck kan weken duren,’ aldus Bijlveld. Volgens haar moet er veel sneller diplomatieke toestemming komen voor transnationaal transport. Ze benadrukt het bestaan van de ‘ring van instabiliteit rond Europa en een steeds assertiever wordend Rusland. Meer mobiliteit betekent ook betere afschrikking, aldus Bijleveld. Ze wil dat regeringsleiders hier tijdens een NAVO-top volgende maand in Brussel toezeggingen over doen.

Veranderingen worden lastig voor Nederland

Ook de Nederlandse krijgsmacht moet meer armslag krijgen. ‘Het is niet zo makkelijk, we kunnen niet alles leveren wat er wordt gevraagd,’ zegt Bijleveld erbij.

De NAVO-norm voor de defensiebegrotingen van de lidstaten kwam zoals gewoonlijk eveneens ter sprake. De NAVO-landen hebben afgesproken om in 2024 tenminste 2 procent van het bruto nationaal inkomen aan defensie uit te geven. De Amerikaanse president Donald Trump heeft, evenals zijn voorganger Barack Obama, zijn Europese NAVO-bondgenoten opgeroepen aan die norm te voldoen. Tevergeefs. De enige Europese landen die de norm halen zijn Griekenland, Estland en het Verenigd Koninkrijk.

Nederland komt deze kabinetsperiode ondanks de budgetvergroting van 5 miljard niet verder dan 1,3 procent. ‘Hier hebben we het mee te doen,’ aldus Bijleveld. Een goed begin, vindt ze, maar het percentage daalt omdat het nationaal inkomen groeit. Ze wil dat het wordt opgehoogd, en noemt Duitsland als voorbeeld: dat mikt op 1,5 procent in 2025, een stijging van 80 procent in tien jaar.

Overigens is er niet gesproken over de nieuwe importtarieven die Trump instelde op staal en metaal, waarvan vooral de Europese economi de dupe wordt. Bronnen op het symposium spraken tegenover persbureau Reuters van de ‘olifant in de kamer’.

Eerder deze week schoot de militaire alliantie een eventueel NAVO-lidmaatschap voor Qatar af. Het oliestaatje had aangegeven erbij te willen, maar volgens de NAVO is het lidmaatschap exclusief gereserveerd voor de Verenigde Staten en Europa. De NAVO benadrukt wel Qatar als een ‘waardevolle en langetermijnpartner’ te zien.