Erdogan maakt gretig gebruik van nieuwe macht

Erdogan (R) en zijn vrouw (L) bidden tijdens zijn inauguratieceremonie in Ankara - Foto: AFP

Maandag is Recep Tayyip Erdogan tijdens een pompeuze ceremonie opnieuw ingezworen als president van Turkije. Daarmee treedt ook het door opponenten gevreesde presidentiële systeem in. Erdogan laat er geen gras over groeien: direct na zijn officiële aantreden voerde hij een aantal ingrijpende veranderingen door.

Onder het nieuwe presidentiële systeem is er niet langer een premier in Turkije. Alle uitvoerende macht ligt daarmee bij Erdogan. Hij kan zelf ministers, hooggeplaatste rechters en topambtenaren benoemen, zonder ingrijpen van het parlement.

Controversiële benoeming van schoonzoon als minister

Onder het nieuwe systeem wordt een kabinet ingesteld dat is teruggebracht tot zestien bewindslieden. Controversieel is de benoeming van Berat Albayrak, de schoonzoon van Erdogan, tot minister van Financiën. Albayrak was hiervoor minister van Energiezaken en vervangt Mehmet Simsek – voormalig economisch strateeg bij de Amerikaanse bank Merrill Lynch en een van de weinige overgebleven Turkse politici die nog een goede band onderhield met buitenlandse investeerders. Simsek moet de ministersploeg verlaten omdat er ‘geen plek’ meer voor hem is.

Minister van Buitenlandse Zaken Mevlüt Cavusoglu mag op zijn post blijven, evenals de ministers van Binnenlandse Zaken Süleyman Soylu en van Justitie Abdülhamit Gül. Erdogans nieuwe vicepresident is Fuat Oktay, voormalig secretaris van de premier. Oktay wordt gezien als een van de architecten van de transformatie van het parlementaire naar het presidentiële systeem. Als minister van Handel benoemt Erdogan een vrouw: Ruhsar Pekcan, een ondernemer die eerder actief was bij de Handelskamer als aanjager van vrouwelijk ondernemerschap.

Het nieuwe kabinet komt vrijdag voor het eerst bij elkaar, als Erdogan terugkomt van de NAVO-top in Brussel.

Erdogan vaardigde al drie decreten uit na zijn benoeming

Naast de macht om ministers en rechters te benoemen, kan Erdogan vanaf nu ook per decreet regeren. Dit is vergelijkbaar met de situatie tijdens de noodtoestand die was ingesteld na de mislukte coup in juli 2016. Direct na zijn aanstelling dinsdag voerde Erdogan dan ook een aantal vergaande decreten door.

Met het eerste decreet worden 65 bestuursorganen samengevoegd tot 9 bureaus. Erdogan wil daarmee naar eigen zeggen de bureaucratie terugdringen: ‘We hebben een staatsapparaat gebouwd dat is gericht op service, niet op bureaucratie,’ verklaarde hij. Die nieuwe instituties moeten fungeren als ‘denktanks’ en beleidsvoorstellen doen en implementeren, die Erdogan vervolgens kan goedkeuren of verwerpen. Ook heeft hij de macht om de bureaus rechtstreeks op te dragen om beleidsveranderingen door te voeren.

Daarnaast vallen diverse directoraten vanaf nu onder de directe macht van Erdogan. Het gaat onder meer om het religieorgaan Diyanet en de Nationale Veiligheidsraad.

Ook gaat het academisch systeem drastisch op de schop. Erdogan heeft bepaald dat rectoren de titel ‘professor’ vanaf nu niet meer nodig hebben. De post wordt daarmee toegankelijker voor lager opgeleide kandidaten. Ook mogen rectors vanaf nu meer termijnen uitzitten. Hiervoor was dat beperkt tot een maximum van twee termijnen. Ook moesten voorheen academici van de universiteit in kwestie rectors voordragen. Dat hoeft nu ook niet meer.

Tot slot heeft Erdogan per decreet ook de macht naar zich toegetrokken om het hoofd van de centrale bank te benoemen, een instituut waarmee hij eerder dikwijls overhoop lag. Hij lost daarmee een van zijn verkiezingsbeloften in.

Critici zien het als een poging van hem om de markt te beïnvloeden, iets wat getuige de vrije val van de lire in aanloop naar de verkiezingen niet altijd even goed uitpakt. Tusiad, de grootste ondernemersvereniging, waarschuwde dinsdag dan ook direct voor het verlies van onafhankelijkheid bij de financiële institutie. De autonomie van de centrale bank is cruciaal voor een sterke economie, aldus de vereniging.

Blijvende patstelling bij onderhandelingen over EU-toetreding?

Minister van Buitenlandse Zaken Cavusoglu benadrukte dinsdag direct na de aanstelling van Erdogan opnieuw dat Turkije zo snel mogelijk lid wil worden van de Europese Unie (EU). Een opmerkelijke uitspraak, aangezien het land door het presidentiële systeem verder afdrijft van Europese waarden.

Eind juni – na de overwinning van Erdogan – liet de Europese Raad van Ministers zich al ontvallen dat de gesprekken over een Turkse toetreding tot stilstand zijn gekomen en dat de kans dat daarin nog verandering komt zeer klein is.