Vijftig miljard dollar. Dat is het bedrag dat het Witte Huis nodig acht om tot een vredesplan te komen in het Midden-Oosten. Onder het mom ‘vrede door vooruitgang’ hoopt president Donald Trump een einde te maken aan decennia van onrust tussen Israël en de Palestijnen.
Vandaag, dinsdag 25 juni, is de officiële presentatie van het economische plan in Bahrein. Daar organiseert Amerika een ‘economische workshop’ voor een aantal landen uit het Midden-Oosten. De gesprekken op die workshop zouden een blauwdruk moeten vormen voor een nieuw diplomatiek voorstel om vrede tussen Israël en de Palestijnen voor elkaar te krijgen.
Eerst economie, dan politiek
De aanpak van president Trump en in het bijzonder zijn schoonzoon en politiek adviseur Jared Kushner moest baanbrekend zijn. Trump noemde het zelfs ‘de deal van de eeuw’. Maar voorlopig lijkt het economische plan nauwelijks van de grond te komen.
Zo weigert bijvoorbeeld de Palestijnse Autoriteit naar de ‘workshop’ te komen, omdat zij willen dat er eerst een politiek akkoord komt. Volgens de Palestijnse premier, Mohammad Shtayyeh, is het Amerikaanse voorstel ‘onzinnig’.
https://twitter.com/SNN24_info/status/1143171956562247682
Kushner hoopte juist dat door eerst over economische ontwikkeling van het gebied te spreken, het makkelijker zou zijn om daarna tot een politieke overeenkomst te komen. Zo’n overeenkomst is wel een van de voorwaarden van Kushner voordat de investeringen worden gedaan. Shtayyeh wil pas het gesprek aangaan als er wordt gesproken over het ‘einde van de bezetting’.
Afgelopen weekeinde werd er in de Palestijnse gebieden al geprotesteerd tegen het plan. Bij die protesten werden onder meer foto’s van president Trump verbrand en werd de Amerikaanse vlag met een hakenkruis afgebeeld. Ook in de Jordaanse hoofdstad Amman werd er geprotesteerd tegen de Jordaanse deelname aan de bijeenkomst.
Lees ook dit stuk over het Iron Dome: Israël heeft een antwoord op elk projectiel
Investeringen in toeristische sector Palestijnse gebieden
In totaal moet er volgens het plan in 179 projecten worden geïnvesteerd om zo de economie van de Palestijnse gebieden te ontwikkelen. Meer dan de helft van de beoogde 50 miljard dollar zou in tien jaar tijd besteed worden in die gebieden.
Op het lijstje aan projecten staat onder meer een transportcorridor tussen de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook. De kosten daarvan zouden zo’n 5 miljard dollar zijn. Ook is er het voornemen om voor bijna 1 miljard dollar te investeren in de ontwikkeling van de toeristische sector in de Palestijnse gebieden. De rest van het geld zou worden verdeeld tussen Egypte, Libanon en Jordanië.
Voor de regio zijn dit gigantische investeringen, maar lijken ze ook zeer onwaarschijnlijk. Terwijl de toeristische sector in Israël al jaren bloeit, met dit jaar nog de organisatie van het Eurovisie Songfestival in Tel Aviv, lijkt het onwaarschijnlijk om voor te stellen hoe de Palestijnse gebieden toeristen moeten trekken.
Nog geen concrete investeringen
Ook is nog onduidelijk hoe de 50 miljard dollar bij elkaar moet komen. President Trump heeft zelf nog geen bedrag genoemd dat Amerika wil bijdragen. Hij zal vooral hopen dat rijke oliestaten zoals Qatar en Saudi-Arabië bereid zijn te investeren in het nabijgelegen gebied, maar geen van die landen heeft een toezegging gedaan over een bijdrage aan het investeringsfonds.
Meer over dit onderwerp: Hamas wijst vredesvoorstel regering-Trump resoluut af
Mede door het gebrek aan concrete toezeggingen dreigt Kushners plan te floppen. De deelnemers aan de workshop zijn vaak ook van de tweede garnituur. Zo sturen Egypte en Jordanië enkel plaatsvervangers van de ministers van Financiën, en Marokko vaardigt slechts een ambtenaar van het ministerie van Economie en Financiën.
Met zo’n magere afvaardiging lijkt het plan van Kushner nauwelijks serieus te worden genomen. Het lijkt daarmee de zoveelste tot falen gedoemde poging te worden om tot vrede in het Midden-Oosten te komen.