De Brusselse top over de belangrijkste EU-posities was de langste ooit. Ook politiek was hij historisch. ‘De oude zes’ deden goede zaken.
Het predikaat ‘historisch’ wordt wel eens al te enthousiast geplakt op opmerkelijke gebeurtenissen. Maar de top van regeringsleiders van de 28 EU-landen in Brussel van zondag 30 juni tot en met dinsdag 2 juli mag zeker zo heten. Formeel stond er maar één punt op de agenda: wie krijgen de vijf topposten van de vijf belangrijkste EU-instituties?
De eerste strijd die in Brussel werd uitgevochten, was die om de macht tussen de instituties van de EU. De vergadering van de Europese regeringsleiders, de Europese Raad, is het machtigst. Maar de afgelopen decennia wisten de Europese Commissie, het Europees Parlement en de Europese Centrale Bank de macht die ze van de regeringsleiders hadden gekregen, telkens op te rekken.
Zo wist het Europees Parlement in 2014 Luxemburger Jean-Claude Juncker (CSV) Commissievoorzitter te maken, tot frustratie van de mokkend instemmende regeringsleiders. Dat wilden de Franse president Emmanuel Macron (En Marche!) en premier Mark Rutte (VVD) niet opnieuw meemaken. Zij spraken zich uit tegen het door het Parlement bedachte Spitzenkandidaten-syteem. Daarbij levert de grootste politieke familie in het Parlement de Commissievoorzitter.
Keuze Von der Leyen is een keerpunt
Het feit dat de 28 regeringsleiders ditmaal, anders dan in 2014, erin slaagden overeenstemming te bereiken over de Duitse minister van Defensie Ursula von der Leyen (CDU) als nieuwe Commissievoorzitter, is een keerpunt. Tot nog toe won het Europees Parlement altijd als het probeerde zijn macht te vergroten ten opzichte van Raad en Commissie. Ditmaal is het de Raad van Regeringsleiders die macht terughaalt naar zichzelf en dus de landen.
Juncker proclameerde zijn Commissie tot ‘de meest politieke ooit’, omdat hij via het Parlement het mandaat van de kiezer had. Met Von der Leyen is een zwakke politicus aangesteld die volstrekt afhankelijk is van de regeringsleiders.
Ook bepaalden de regeringsleiders in Brussel dat de Duitser en Spitzenkandidat Manfred Weber (CSU) de tweede termijn van tweeënhalf jaar Parlementsvoorzitter mag zijn. De Italiaan David-Maria Sassoli (PD) mag de eerste tweeënhalf jaar voorzitten, zo bepaalde de sociaal-democratische familie in het Euro-
pees Parlement.
Opmerkelijke transfer Christine Lagarde
Een derde slag die de regeringsleiders binnenhaalden, is de aanstelling van de Franse directeur van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) Christine Lagarde als president van de Europese Centrale Bank in Frankfurt. Tot nog toe waren ECB-presidenten al lid van het ECB-bestuur als president van hun nationale centrale bank. Voor het eerst wordt iemand van buiten door de regeringsleiders in Frankfurt gezet. Dat is slikken voor de nationale bankpresidenten.
Dat de regeringsleiders tot een compromis wisten te komen én de kandidaten die zij naar voren schoven, toont dat zij macht hebben teruggepakt van Commissie, Parlement en Centrale Bank.
De oude zes als winnaars
De logische vraag is dan: welke regeringsleiders en dus welke landen kwamen als winnaars uit de top? De oude zes. Alle topposities worden ingenomen door mensen uit de zes oprichtende landen van wat nu de EU is: Frankrijk, (West-)Duitsland, Italië en de Benelux. Alleen de Hoge Buitenlandvertegenwoordiger, een tweederangs post, komt in handen van de Spaanse minister van Buitenlandse Zaken Josep Borrell. En de Deense Commissaris voor Mededinging Margrethe Vestager (Radikale Venstre) uit Denemarken wordt een van de hoogste vicevoorzitters (er zijn er liefst zeven) in de Commissie, na Frans Timmermans (PvdA) die eerste vicevoorzitter blijft. De oude zes hebben aldus de touwtjes in de EU stevig in handen genomen.
De volgende vraag luidt dan: wie van de oude zes heeft tijdens de top de meeste macht naar zich toegetrokken? Het antwoord: Emmanuel Macron. De Franse president slaagde erin het vooral Duitse Spitzenkandidaten-systeem te slopen. Hij kreeg met Lagarde een geestverwant (geld bijdrukken én hervormen) in Frankfurt aan de geldpers en renteknop. Een krachtig bestuurder bovendien.
Bij Macron zit de energie
Bij Macron zit momenteel de politieke energie in Europa. Het Verenigd Koninkrijk is vooral met zichzelf bezig, uit de Grosse Koalition van Merkel is de fut weg, Italië is vooral met immigranten in de weer en Oost-Europa is te weinig gehaaid om structureel successen te behalen. Het kent alleen de stormram als politiek wapen, en dat werkt soms, maar lang niet altijd. Serieus tegengas krijgt Macron eigenlijk alleen nog van Nederland.
Het was ook Macron die Von der Leyen voorstelde. Hij kende haar van de NAVO- en andere veiligheidsbijeenkomsten. Zij spreekt Frans, maar is een zwak bestuurder, die de Duitse defensie liet verkruimelen tot een gênante staat. Voor haar medische proefschrift pleegde ze plagiaat, maar haar doctorstitel mocht ze houden.
Daarnaast is Belgisch demissionaire premier Charles Michel (MR) door Macron Raadsvoorzitter gemaakt. Michel is francofoon en van dezelfde links-liberale familie als Macrons En Marche!.
Sowieso is de machtsgreep van de regeringsleiders ten opzichte van andere EU-instituties én de machtsgreep binnen de Raad van Regeringsleiders door de oude zes in Frankrijks voordeel.
Machtsoverdracht gestopt en gekeerd
De EU-instituties worden, afgezien van de Europese Centrale Bank, al twintig jaar en eigenlijk langer gedomineerd door de christen-democratische Europese Volkspartij en de sociaal-democratische S&D. En daarin waren de Duitse CDU/CSU en SPD lang de grootste partijen. Voor Macron was het dus van het grootste belang om de geleidelijke machtsoverdracht naar Parlement en Commissie te stoppen en om te keren.
En binnen de oude zes is Frankrijk altijd machtiger dan in de EU van 28. Want Duitsland, eerder een Midden-Europees dan een liberaal westers land, staat dan zonder de steun van geestverwanten uit Oost-Europa vaker alleen. Sterker nog, Macron hoeft dan alleen nog maar Merkel te overtuigen om zijn zin te krijgen.