De paradoxale status van Amerikaans-Samoa in de Stille Oceaan

De berg Matafao in Amerikaans Samoa. Foto: ANP

De Amerikaans-Samoanen genieten bescherming van de Verenigde Staten, maar ervaren ook onderdrukking. Dit dilemma zorgt ervoor dat ze zelf bijdragen aan het in stand houden van de imperialistische status van hun eilanden, maar dat zij zich daar ook tegen verzetten. Dit concludeert Melanie van der Elsen van de Radboud Universiteit in Nijmegen in haar studie naar de situatie op de eilandengroep in de Stille Oceaan.

Het onderzoek van Melanie van der Elsen is uitgekozen tot beste scriptie over de Amerikaanse geschiedenis van het afgelopen jaar.  Ze won hiermee de Theodore Roosevelt American History Award 2021, een initiatief van het Roosevelt Institute for American Studies (RIAS) in Middelburg en de Netherlands American Studies Association. De prijs, die dit jaar voor de 34ste keer is uitgereikt, wordt gesponsord door EW en is vrijdag 29 mei uitgereikt tijdens de jaarlijkse Amerikanistendag.

De marginale status van Amerikaans-Samoa leidt tot spanning onder de bevolking

De bijzonder status van Amerikaans-Samoa – de burgers hebben bijvoorbeeld de Amerikaanse nationaliteit, maar zijn geen Amerikaans staatsburger – zit vol paradoxen. Enerzijds ontneemt deze status Amerikaans-Samoanen van een gelijke en wederkerige politieke relatie met de Amerikaanse federale overheid, die macht uitoefent over hun grondgebied. Anderzijds geeft deze status Amerikaans-Samoanen een bepaalde hoeveelheid aan autonomie en soevereiniteit, en biedt dit de mogelijkheid tot politieke en culturele zelfbeschikking.

De marginale status van Amerikaans-Samoa creëert duidelijke spanningen tussen de bescherming die de bewoners genieten en de onderdrukking die zij ervaren. Deze spanningen hebben ertoe bijgedragen dat Amerikaans-Samoanen zich zowel hebben verzet tegen  de imperialistische status van hun eilanden, als dat ze eraan hebben bijgedragen.

Op kleine schaal verzetten de Amerikaans-Samoanen zich tegen de Amerikaanse hegemonie

Voor haar onderzoek heeft Van der Elsen gebruikgemaakt van het concept agency, dat afkomstig is uit studies naar postkoloniale samenlevingen. Dit bood  een analytisch raamwerk om te onderzoeken welke effecten het handelen van Samoanen had op hun koloniale status, vooral op juridisch, politiek en cultureel gebied. En dit alles binnen het kader van de Amerikaanse imperialistische staat.

Door middel van primaire bronnen als rechtszaken van het Hooggerechtshof, kranten en tijdschriften, foto’s en documentaires laat Van der Elsen zien hoe Amerikaans-Samoanen met hun status omgaan in hun dagelijks leven en zich op kleine schaal, maar overduidelijk verzetten tegen de Amerikaanse hegemonie. Ze laat daarbij ook zien dat het handelen van Amerikaans-Samoanen niet altijd in hun voordeel uitpakt en daarmee zowel de hegemonie in stand houdt als haar  ondermijnt.

Net als Puerto Rico mocht Samoa geen staat worden binnen de VS

Van der Elsen concentreert zich op drie aspecten van het Amerikaanse imperialisme in Amerikaans-Samoa, te weten ‘het territorium’, het ‘exceptionalisme’ (uitzonderlijkheid), en het ‘cultureel geweld’.  Ze laat daarbij zien dat de Amerikaans-Samoanen handelen binnen de hegemoniale politieke praktijk, die wordt gekenmerkt door het ontnemen van rechten van Samoanen en de marginalisering van de eilandengroep.

Wanneer wordt gekeken naar het aspect ‘territorium’ is volgens haar een duidelijke overmacht van de Amerikaanse overheid te zien. In de negentiende en twintigste eeuw breidden de Verenigde Staten zich steeds verder uit over het Noord-Amerikaanse continent. De nieuwe grondgebieden werden territories genoemd en zijn na verloop van tijd allemaal toegelaten als staat. Uitzonderingen zijn de eilandgebieden in de Stille Oceaan en het Caribisch gebied. Naast Amerikaans-Samoa gaat het om de Amerikaanse Maagdeneilanden, Puerto Rico, Guam, en de Noordelijke Marianen.

De inwoners van de eilanden zijn onderling verdeeld

Inmiddels achterhaalde rechtszaken uit het begin van de twintigste eeuw, genaamd Insular Cases, bepalen nog steeds dat deze grondgebieden niet geïncorporeerd zijn en dat de Amerikaanse federale overheid de grondgebieden rechtstreeks bestuurt. Deze rechtszaken zijn duidelijk beïnvloed door het racistische denken van die tijd, aldus Van der Elsen.

Enkele Samoanen hebben tevergeefs geprobeerd deze rechtszaken terug te draaien en tevens aanspraak te maken op Amerikaans staatsburgerschap, maar tot op heden hebben rechters besloten dat de beslissing om verder te integreren in de Verenigde Staten bij het Amerikaans-Samoaanse volk ligt. Maar de inwoners zijn erg verdeeld over deze kwestie en daarom zijn er nog geen verdere juridische stappen ondernomen. Het ‘Samoa voor Samoanen’-denken draagt eraan bij dat verdere integratie in het Amerikaanse systeem vele nadelen kan meebrengen, dus kiezen veel Samoanen liever voor het behoud van hun huidige marginale status.

Veel mannen kozen voor loopbaan bij de Amerikaanse marine

De onderlinge verdeeldheid van Amerikaans-Samoanen over hun positie binnen de Amerikaanse staat begon al vroeg na de eerste Amerikaanse aanwezigheid op de eilanden. Toen de eilanden in de eerste helft van de twintigste eeuw werden bestuurd door de Amerikaanse marine, kozen veel jonge Samoaanse mannen ervoor te worden opgeleid tot speciale marinemannen, genaamd de Fita Fita Guard and Band. Deze mannen functioneerden niet alleen als personeel van de marine, maar ook als bemiddelaars tussen de Amerikanen en de Samoaanse lokale regering.

Hier komt het Amerikaanse ‘exceptionalisme’ om de hoek kijken, dat wil zeggen de gedachte dat de Verenigde Staten een uitzonderlijke staat vormen die, als het al een imperiale staat kan worden genoemd, zeker een goedaardige staat zou moeten zijn die het beste voor heeft met zijn bevolking. De Fita Fita heeft zeker bijgedragen aan de consolidering van de Amerikaanse overheersing in het gebied. Zij oefenden hun positie vol trots uit en stonden los van het gebruikelijke Samoaanse politieke systeem. Binnen de Samoaanse samenleving hadden ze dezelfde of zelfs een hogere status dan de opperhoofden van de dorpsgemeenschappen.

De verzetsgroep O le Mau ontbeerde leiding en een doel

Niet iedereen werd zo makkelijk meegetrokken in het Amerikaanse exceptionalistische denken, wat te zien is in de verzetsgroep O le Mau. Deze groep bestond uit diverse Samoaanse opperhoofden en dorpelingen die zich sterk verzetten tegen de aanwezigheid van de Amerikanen. Op verscheidene manieren probeerden zij de macht van de Amerikanen te ondermijnen, bijvoorbeeld bij het  innen van belasting. Opperhoofden waren belast met het innen van geld voor de Amerikaanse overheid, maar zagen het vaak door de vingers als dorpelingen niets hadden. Het Samoaanse systeem was er immers een van gemeenschappelijke bezitten en delen; het was geen geldeconomie zoals in de Verenigde Staten.

Helaas, aldus Van der Elsen, viel de O le Mau vrij snel uit elkaar, vooral doordat de leden geen duidelijke doelstellingen hadden en een leiding ontbeerden. Wat zowel de Fita Fita en de O le Mau laat zien, is dat het Amerikaans imperialisme sterk leunt op exceptionalistisch denken. Daarbij wordt de zogenaamde goedaardigheid van Amerikaanse hegemonie zowel bevestigd als verworpen. Juist deze precieze, aparte vorm van imperialisme op Samoa, ook wel de ‘provincialiteit’ van imperialisme genoemd, is wat Amerikaans-Samoa zo anders maakt dan de andere territoria van de Verenigde Staten.

Door Amerikaanse invloed kampen Samoanen met obesitas

Zelfs in de huidige zogeheten postkoloniale tijd, blijft Samoa onderdanig aan de Amerikaanse federale overheid, blijven de Insular Cases van kracht, en zijn Samoanen erg verdeeld over hun toekomst binnen de Amerikaanse staat. Echter, door de jaren heen zijn er behoorlijk wat Amerikaanse gebruiken geaccepteerd op de eilanden. Sterker nog, sommige gebruiken zijn verheven tot een hogere culturele status dan Samoaanse gebruiken. In de huidige cultuur is het bijvoorbeeld gebruikelijk geworden om geïmporteerd voedsel mee te nemen naar sociale aangelegenheden. Dit zijn vaak producten vol suikers en slechte vetten, zoals frisdrank en ingeblikt vlees. Vers fruit uit de achtertuin wordt zelfs geassocieerd met een lage sociale status.

Dit soort gebruiken, die hun oorsprong vinden in de verheven status van de Amerikaanse macht op de eilanden, hebben negatieve gevolgen voor de Samoaanse bevolking, die op dit moment een van de hoogste percentages obesitas ter wereld kent. Obesitas heeft allerlei medische gevolgen, zoals diabetes en hoge bloeddruk. Samoanen hebben hierdoor meer zorg nodig dan de gemiddelde Amerikaan, terwijl de financiële middelen voor de zorg juist minder zijn door de speciale status van Amerikaans-Samoa.

Verkeerd voedsel is vorm van cultureel geweld

Volgens Van der Elsen kan worden gesproken van een vorm van geweld, al is die anders dan het directe of structurele geweld tijdens de negentiende-eeuwse bezetting van de Samoaanse eilanden. De term die dit bijna onzichtbare geweld het beste omschrijft is ‘cultureel geweld’. Dit cultureel geweld, dat bijvoorbeeld tot uitdrukking komt in de verheven status van ongezond voedsel, is niet alleen bijna onzichtbaar, maar voelt ook natuurlijk en zeker niet ‘fout’ aan. Het gaat immers om lokale gebruiken die al decennialang bestaan.

Het zijn dan ook precies dit soort praktijken in het dagelijkse leven waarin Amerikaans imperialisme zich nog steeds sterk manifesteert op Samoa. Het is dan ook belangrijk dat deze voor het voetlicht worden gebracht, zodat er op termijn veranderingen kunnen worden doorgevoerd, te beginnen met een gezonder dieet voor Amerikaans-Samoanen, aldus Van der Elsen.

Misschien zijn VS niet zo goedaardig als altijd is gedacht

Pas wanneer de inwoners niet langer voedsel en ander producten uit het buitenland als verheven zien, is een structurele verandering mogelijk. Dan kan ook het Amerikaans imperialisme is een ander daglicht komen te staan. Misschien is dat toch niet zo goedaardig als altijd is gedacht en heeft het wellicht  negatieve gevolgen voor de Samoaanse bevolking. Uiteraard zal dit alles gepaard moeten gaan met zowel juridische als politieke veranderingen, aldus Van der Elsen, waarbij men tot oplossingen komt die meer gelijkheid bieden voor Amerikaans-Samoanen.

Wat Van der Elsens onderzoek uiteindelijk naar voren brengt, is de gecompliceerde positie van de Amerikaans-Samoanen. Hun leven wordt dagelijks op allerlei manieren beïnvloed door de Amerikaanse aanwezigheid, maar ze geven er vaak een duidelijk Samoaanse draai aan. Amerika doordringt Samoa, maar doet dat vooral op de manier waarop Samoanen dit willen, aldus Van der Elsen.

Wat duidelijk mag blijken uit dit onderzoek, is dat de geschiedenis van de Amerikaanse periferie en de complexe relaties die bestaan tussen deze periferie en de kern van de Amerikaanse staat een belangrijk deel van de algehele Amerikaanse geschiedenis vormt. De Amerikaanse staat wordt immers niet alleen gevormd door de ‘kern’, maar ook door die delen ver daarbuiten.