In de schaduw van de nieuwsstroom over Poetins oorlog in Oekraïne, kwam de Europese Commissie afgelopen week met een nieuw wetgevingspakket, dat vergaande gevolgen kan hebben voor producenten van goederen en voor consumenten. Kernbegrippen: ecodesign en circulaire economie.
1. Voor welk probleem zijn deze wetten een oplossing?
Verspilling en een te grote afvalberg. Het uitgangspunt van de Commissie is dat verspilling van consumptiegoederen moet worden tegengaan. Jaarlijks belandt er volgens de Brusselse ambtenaren meer dan 2,5 miljard ton op de afvalberg van de Europese Unie (EU). De gemiddelde burger van de EU (u ook dus) produceert 6 ton afval per jaar: ja, dat is zesduizend kilo! Daartussen zitten veel spullen die kunnen worden hergebruikt. De plannen van de Commissie moeten ervoor zorgen dat materialen en producten in Europa zoveel mogelijk kunnen worden gerecycled, opdat de hoeveelheid afval vermindert.
Al een paar jaar wil het Europees Parlement dat nieuwe consumentenproducten duurzaam, volledig recyclebaar en chemisch veilig moeten zijn. Denk aan elektronica, bouwmaterialen en witgoed. Maar ook aan bijvoorbeeld matrassen. Hiervoor wil het bindende voorschriften voor producten die op de Europese markt worden gebracht. Het Parlement wil de duurzaamste bedrijven, producten en materialen voordeel geven op markt.
Europarlementariër Mohammed Chahim (PvdA): ‘Niet alleen moeten we op een andere manier consumeren, maar vooral aan de productiekant is een duurzame wereld te winnen.’
2. Okay, en hoe ziet de Commissie dat voor zich?
Het is allereerst een kwestie van duurzaam ontwerpen: ecodesign. Een product moet voldoen aan eisen op het gebied van hergebruik, ontwerp en energie-efficiëntie. Producenten moeten dus bij het design al nadenken over de gehele levensloop. De ecodesign-richtlijn moet ervoor zorgen dat producten energie-efficiënt worden ontwikkeld.
De Commissie wil bijvoorbeeld textiel en bouwmaterialen verduurzamen door productie en grondstofgebruik efficiënter te maken. Meer dan 90 procent van het verlies aan biodiversiteit, de druk op watervoorzieningen en de helft van alle CO2-emissies zijn volgens Brussel het gevolg van winning en verwerking van grondstoffen.
Brussel moet zeker niet alles gaan voorschrijven, vindt Chahim. ‘Er moet ruimte blijven voor de industrie om zelf te kijken waar de meeste vooruitgang is te boeken op het gebied van circulariteit. In Brussel schetsen we de kaders per product, te beginnen met producten die een grote voetafdruk hebben, zoals textiel, meubilair, elektronica, staal en chemicaliën.’
3. En de circulaire economie? Moet alles recyclebaar worden?
De circulaire economie is naast ‘klimaat’ de tweede ‘pijler’ van de Green Deal, het ambitieuze EU-plan dat ervoor moet zorgen dat Europa in 2050 geen CO2 meer uitstoot. Hergebruik moet de norm worden. Net als langer gebruik. Producten moeten zo worden ontworpen dat ze lang meegaan én altijd makkelijk te repareren zijn. Dus producenten van bijvoorbeeld mobiele telefoons, tablets en laptops zullen verplicht zijn om ook op oudere modellen updates mogelijk te maken.
GroenLinks-Europarlementariër Bas Eickhout: ‘Nu kijken we vaak alleen met een klimaatblik naar de industrie, maar een echt groene industrie draait op hergebruikte materialen. Daarmee kunnen we ook de CO2-uitstoot sterk verminderen.’
4. Wat schieten consumenten hiermee op?
Als het goed is, profiteren zij. De Commissie wil meer rechten voor de consument. Bij aankoop moet duidelijke informatie worden gegeven over de verwachte levensduur van het product en in hoeverre het makkelijk te repareren is. Vervroegde veroudering – het kunstmatig inperken van de levensduur – wordt verboden.
De voorstellen van de Commissie worden nog besproken door het Europees Parlement, dat zich al enthousiast toont, en de EU-lidstaten. Op 20 juli komt de Commissie met een tweede pakket voorstellen voor een circulaire economie. Dat pakket is vooral gericht op het terugdringen van plastic en verpakkingen. In het najaar komt de Commissie met verdere regels voor het recht op reparatie.