Net als in Turkije eisen de aardbevingen in Syrië duizenden levens. Tienduizenden zijn gewond geraakt, miljoenen zijn materieel getroffen. Schandalig dat EU-sancties nog altijd de hulp in Syrië bemoeilijken, betoogt Hala Naoum Néhmé in een ingezonden opiniestuk.
Hala Naoum Néhmé (1984) is consultant en voormalig raadslid in Amsterdam. Ze is geboren en getogen in Aleppo en woont sinds 1999 in Nederland. Is sinds 2019 lid van de Constitutionele Commissie voor Syrië van de Verenigde Naties, die de nieuwe grondwet voor Syrië mag schrijven.
Ingezonden opinieartikelen worden geselecteerd door de redactie, maar vertegenwoordigen niet noodzakelijkerwijs het standpunt van EW.
Het behoeft, na vier dagen van heftige beelden, geen toelichting meer. De schaal van de schade in het aardbevingsgebied in Turkije en Syrië is nauwelijks voorstelbaar. Zoals een verslaggeefster bij Op1 zei: ‘Ik moet woorden vinden om te beschrijven wat ik hier allemaal zie.’
Het getroffen gebied heeft ongeveer drie keer de oppervlakte van Nederland. Het dodental, op dit moment van schrijven 16.000, kan volgens de Wereldgezondheidsorganisatie oplopen tot meer dan 20.000 slachtoffers. Ten minste 60.000 mensen zijn gewond geraakt en 23 miljoen mensen zijn in materiële zin getroffen, onder wie 1,4 miljoen kinderen. Meer dan 6.500 gebouwen zijn ingestort. Om nog maar te zwijgen over de duizenden andere beschadigde en onbewoonbare panden, die forse klappen kregen door de circa negentig naschokken. Hierdoor zwerven tienduizenden mensen al dagen buiten rond. De eerste slachtoffers van onderkoelingsverschijnselen zijn al gemeld.
Sancties verhinderen het redden van Syriërs
Vier dagen na zo’n ramp zijn nog altijd Europese (en Amerikaanse) sancties tegen Syrië van kracht. Een land dat op deze schaal is getroffen, dat al elf jaar lijdt onder een hevige burgeroorlog.
Lees ook dit spraakmakende stuk over aardbevingsschade in Turkije: Erdogans kleptocratie wordt tienduizenden Turken fataal
Het gaat om sancties die verhinderen dat mensen onder de puinhopen gered kunnen worden, omdat zwaar materieel dat de betonbrokken moet ruimen geen brandstof heeft. Sancties die medische hulp doen stokken, omdat de stroom in ziekenhuizen uitvalt door brandstoftekorten. Sancties die funderingsversterking verhinderen, terwijl mensen al dagen in hun bitterkoude auto of in de buitenlucht slapen, omdat ze bang zijn terug te keren naar hun beschadigde flats. Sancties die voorkomen dat geld wordt overgemaakt naar overlevenden om de dagen door te komen.
Kortom: de sancties verergeren een ramp die al van immense schaal is.
Menselijkheid moet nu boven sancties gaan
Ik heb altijd geleerd dat sancties een politiek doel dienen, maar dat ze in tijden van humanitaire rampen moeten worden opgeschort. Omdat menselijkheid vooropstaat. Omdat medeleven de doorslag geeft. Omdat humaniteit dan een gezicht krijgt. Helaas is dat nog niet te zien.
Vier dagen na de ramp moet de Europese Unie nog vergaderen over in hoeverre ze de sancties tegen Syrië mogelijk opheft, onder bepaalde omstandigheden en in bepaalde gebieden. Deze kostbare tijd ging niet naar het redden van mensen die onder de puinhopen liggen, mensen voor wie elke minuut telt.
Een natuurramp heeft, hoe vreemd het ook mag klinken, een ‘rechtvaardige’ werking: een ramp kan iedereen treffen, ongeacht identiteit of politieke voorkeuren. Maar mensen zijn niet rechtvaardig. Mensen met invloed die, ondanks de enorme vernietiging van zo’n natuurramp, in hun gelijk willen blijven zwelgen. Mensen die het politieke spel blijven spelen om gezichtsverlies te voorkomen. Mensen die cynisch naar de wereld kijken, en die in humanitaire hulp aan miljoenen mensen een overwinning zien van regeringsfunctionarissen en politieke figuren. Mensen die de wereld rondreizen om hun mensenrechtenagenda uit te rollen, maar van wie de daden vragen doen rijzen over hun werkelijke kijk op mensenrechten. Mensen die zeggen dat ze de migratie in Europa willen indammen, maar overlevenden en getroffenen geen enkel perspectief bieden om terug te keren naar hun beschadigde huizen.
Syrië heeft veel meer nodig
De wereld mag Syrië niet vergeten, zei minister Liesje Schreinemacher (VVD, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) toen ze bekendmaakte dat het kabinet 10 miljoen euro overmaakt naar Syrische hulporganisaties. Geweldig, 10 miljoen euro. Veel geld, dat door hardwerkende Nederlanders is opgebracht. Maar, gezien de schaal van de vernietiging, slechts een druppel op een gloeiende plaat. Er is meer nodig, veel meer.
Het belangrijkste is dat die sancties verdwijnen. Dan redden we wat er nog te redden valt, net als onze geloofwaardigheid als continent. Een continent dat dan niet enkel lippendienst bewijst aan mensenrechten, maar ook echt om ze geeft. Dan redden we ons geweten. Hef die sancties op, nu en onmiddellijk.