Copacabana Palace: al honderd jaar een bastion van decadentie

Metershoog is het schuimende sop op het trottoir in strandwijk Copacabana. Voorbijgangers kijken verbaasd, de schoonmakers gaan onvermoeibaar door. Dit is de periodieke wasbeurt van het legendarische hotel Copacabana Palace, ooit geliefd bij beroemdheden als Walt Disney en Nelson Mandela. Het spierwitte fort torent dit jaar precies een eeuw uit boven de vergeelde straten van Rio de Janeiro. Op 17 augustus was het jubileumfeest, een gala.

Onderweg naar het hotel rijden limousines langs fonteinen die door daklozen worden gebruikt als publieke doucheruimte. Binnen in het paleis wacht de gasten hun eigen fontein, een waterval van Veuve Clicquot-champagne. Fotografen van Vogue flitsen feestgangers. ‘Dit hotel is een speelplaats voor de rijken,’ zegt Danielle Tenan, manager bij modemerk Gucci. ‘Dit is Babylon.’ Op het podium van de balzaal grijpt een tachtigjarige de microfoon. ‘De grootste levende legende van de Braziliaanse muziek,’ zegt Tenan. Het is Gilberto Gil, Braziliaans popmuziekpionier. Een tweede muzikant komt het podium op. Danielle gilt. ‘Jorge Ben Jor!’ Nog een legende.

‘Bent u hier wel te gast?’

Achter de receptie van het befaamde hotel bewaakt nachtmanager João Pedro ­Rocha het livro de ouro – het ‘gouden boek’. Dit boekwerk – 400 pagina’s, 4 kilo, geschatte waarde 1,5 miljoen euro – bevat anekdotes van oud-bezoekers. Neem prinses Diana, geholpen om 2 uur ’s nachts, toen ze een plonsje wilde wagen in het zwembad. Of Janis Joplin, verbannen na een naaktzwempoging. Op een inkijkverzoekje reageert João Pedro met opgetrokken wenkbrauw: ‘Bent u hier wel te gast?’

Buiten op het rokersbalkon happen gasten naar adem. Op een kruk strijkt Jojo Todynho neer, een Braziliaanse internetster met 28 miljoen volgers op Instagram. ‘Wat een avond, dames,’ zegt ze tegen haar metgezellen. Vanaf het balkon is te zien hoe beneden enkele daklozen op stenen bankjes slapen.