Eduard Cousin ziet hoe de sympathie voor de Palestijnen een uitweg vindt in het mijden van bepaalde bedrijven.
Het is druk op deze weekenddag in een winkelcentrum in Caïro. Gezinnen schuifelen kledingwinkels in en uit, restaurants zitten vol. Met één opvallende uitzondering: de McDonald’s is uitgestorven. Werknemers scrollen er verveeld door hun telefoon.
De oorlog in Gaza roept sterke emoties op in Egypte, en veel Egyptenaren boycotten merken als McDonald’s, Starbucks, Coca-Cola en Nestlé vanwege hun veronderstelde steun aan Israël. Zo deelde McDonald’s aan het begin van de oorlog gratis maaltijden uit aan Israëlische soldaten.
‘Bijna al mijn vrienden en hun families doen mee aan de boycot,’ zegt de 24-jarige student Youssef. ‘We willen geen geld uitgeven dat direct of indirect bijdraagt aan de bombardementen.’
Steeds meer Palestijnse vlaggen duiken op in het straatbeeld
Egyptenaren sympathiseren in overgrote meerderheid met de Palestijnen. Steeds meer Palestijnse vlaggen duiken op in het straatbeeld, op auto’s of aan de gevels van restaurants. De McDonald’s en Starbucks proberen klanten te lokken met kortingen. Een ‘Iced latte’ van 90 Egyptische pond is nu 20 pond (60 eurocent).
De boycots zijn ook het gevolg van machteloosheid. Een pro-Palestina-protest op het Tahrirplein leidde tot tientallen arrestaties, en de politieaanwezigheid op straat is aanzienlijk verhoogd. ‘We hebben niet het privilege om te demonstreren,’ zegt Youssef. ‘Dus we kunnen niets doen voor de mensen in Gaza, behalve zo’n boycot.’
Niet iedereen vindt die gewenst. ‘We zitten in een economische crisis en het laatste wat Egypte nu moet doen, is buitenlandse investeerders afschrikken,’ vindt een prominente Egyptische blogger. Bovendien zijn veel van de geboycotte vestigingen franchise-ondernemingen, die los staan van de vestigingen in Israël. Lokaal personeel zou zo de grootste verliezer zijn. Tegelijk heeft een Egyptische frisdrank de omzet spectaculair zien stijgen sinds de boycot van concurrenten als Coca-Cola.