Angst voor een nieuwe economische crisis in Europa regeert, nu Frankrijk nee zegt tegen noodzakelijke bezuinigingsvoorstellen. Maar Frankrijk is niet de enige lidstaat met torenhoge staatsschulden.
De al lang wankele regering van de conservatieve Franse premier Michel Barnier viel op woensdagavond 4 december, nadat zowel (uiterst) rechts als (uiterst) links weigerde akkoord te gaan met zijn bezuinigingsvoorstellen.
Die bezuinigingen zijn hard nodig. Frankrijk, de tweede economie van de Europese Unie, is een van de EU-staatsschuldkampioenen. Het vernieuwde Europese Stabiliteits- en Groeipact eist dat lidstaten – in een tempo dat ze zelf bepalen – hun schulden afbouwen en hun jaarlijkse begrotingstekort onder de 3 procent brengen.
Macron verdedigt keuze Barnier
President Emmanuel Macron sprak donderdagavond de Fransen toe. Hij wees op een ongebruikelijke alliantie van extreem-rechts en -links als oorzaak van de historische motie van wantrouwen die zijn regering ten val bracht.
Macron stelde dat zowel extreem-links als extreem-rechts ervoor kozen om de regering te ‘ontwrichten’. Zij ‘vormden samen een anti-republikeins front’, aldus de president. ‘Ze stemden tegen hun eigen programma’s en kozen voor wanorde, enkel gericht op de presidentsverkiezingen. Daarmee faalden ze in hun plicht jegens het Franse volk.’
Ook verdedigde de Franse president zijn keuze destijds om Michel Barnier aan te stellen. ‘Mijn keuze voor Barnier als premier werd toen niet begrepen en wordt dat nog steeds niet. Ik zag in hem een kans om het volk een stem te geven en mensen te verbinden.’ Macron benadrukte dat hij vastberaden is zijn ambtstermijn tot 2027 uit te dienen en liet weten op korte termijn een nieuwe premier te benoemen.
Lukt het hem om de politieke gemoederen en de financiële markten enigszins te kalmeren?
Nederland op de vingers getikt terwijl andere landen wanbeleid voeren
Barnier waarschuwde voor een storm op de financiële markten als zijn begrotingsvoorstellen werden verworpen. Met een tekort dat in 2024 is gestegen van 5,5 naar 6,1 procent van de economische output, staat Frankrijk er op de kapitaalmarkt inmiddels nog slechter voor dan Griekenland. De Franse schuld is geëxplodeerd tot meer dan 3,2 biljoen euro, of meer dan 112 procent van het bruto binnenlands product (en ruim drie keer het bbp van Nederland).
Ook in Spanje, Italië en België (dat nog steeds bakkeleit over een nieuwe regering en de bezuinigingen die deze moet doorvoeren) zien we financieel wanbeleid. Dat Nederland onlangs een strenge waarschuwing kreeg uit Brussel omdat het op termijn wellicht de normen (maximaal 60 procent schuld en 3 procent begrotingstekort) overschrijdt, is in het licht van de deplorabele cijfers van deze landen eigenlijk een gotspe.
Europese Unie: harde afspraken lang niet altijd nagekomen
De lidstaten van de Europese Unie maakten in 1997 harde afspraken. Het Stabiliteits- en Groeipact moest na invoering van de euro gezonde overheidsfinanciën afdwingen in EU-lidstaten. De staatsschuld mag niet hoger zijn dan 60 procent van het bruto binnenlands product en de jaarlijkse begroting mag niet met meer dan 3 procent worden overschreden.
Negen van de 27 lidstaten voldoen aan de criteria – vooral kleintjes. Zes hebben lak aan álle eisen. Waaronder drie grote: Frankrijk, Italië en Spanje. En zie België eens. Latijns land in financieel opzicht.
Landen krijgen minder strenge eisen
Beterschap op korte termijn zit er niet in. In april 2023 ging het Europees Parlement akkoord met een belangrijke wijziging in het Stabiliteits- en Groeipact, gebaseerd op een voorstel van de Spaanse minister van Economie Nadia Calviño (die nu de baas is van de Europese Investeringsbank) en D66-minister van Financiën Sigrid Kaag (nu senior humanitair en wederopbouwcoördinator voor Gaza bij de Verenigde Naties).
De regel van maximale schuld ten opzichte van het bbp (60 procent) en maximaal 3 procent te veel begroten blijven bestaan. Maar landen zijn voortaan niet meer verplicht om jaarlijks hun schuld met eenvijfde te verminderen, een eis waarvan de meeste schuldenlanden zich toch al niks aantrokken.
Ze hoeven de schuld jaarlijks met niet meer dan 1 procent terug te brengen. Daarnaast moet binnen nu en vier tot zeven jaar het begrotingstekort terug naar 3 procent. Daarna moet bij landen met hogere schulden dan 60 procent het tekort nog omlaag: naar 1,5 procent. Al vervalt die eis als de schuldgraad weer binnen de perken is.