Duitsland is ziek, maar niet ongeneeslijk

27 juni 2024Leestijd: 11 minuten
Een Duitse medewerker van Porsche AG. Beeld: Ronny Hartmann/AFP

Productiebedrijven dreigen met een vertrek naar het buitenland. Duitse autofabrikanten verliezen terrein in China. En dan moet de eigen industrie ook nog klimaatneutraal worden. Toch gloort er hoop voor industriemacht Duitsland.

Een levensgrote dampwolk drijft over een somber bedrijventerrein aan de rand van de Oost-Duitse stad Cottbus. De chemische wolk komt van Jänschwalde, een halve eeuw lang een van Duitslands actiefste bruinkoolcentrales en behorend tot de vijf grootste vervuilers van Europa. Tot het einde van dit jaar worden daar, in de vroegere mijnbouwstad, kolen gestookt voor de energievoorziening van huishoudens en bedrijven.

Een enorm contrast met wat zich afspeelt in een onopvallende hal op hetzelfde terrein. De testhal bevat een onderzoeksfaciliteit waar alles draait om één ingenieus bouwwerk met een wirwar aan buizen. Een industriële warmtepomp die extreem hoge – tot 300 graden Celsius – én zeer lage temperaturen – tot min 40 graden – kan opwekken, nagenoeg zonder broeikasgassen uit te stoten.

De gepromoveerde ingenieur Fatma Yücel werkt hier met een internationaal onderzoeksteam van slimme koppen aan de toekomst van industrieland Duitsland. Dankzij deze ‘groene’ warmtepomp hopen de jonge wetenschappers vervuilende productieprocessen in de voedsel- en papierindustrie, en ook in de chemische sector te vervangen.

‘We zijn op de goede weg,’ vertelt Yücel. De 33-jarige geboren Berlijnse werkt voor een instituut dat valt onder het Deutsches Zentrum für Luft- und Raumfahrt. ‘De hogetemperatuur-warmtepomp wekt proceswarmte op dankzij elektriciteit uit wind- of zonne-energie,’ legt Yücel uit. Lucht drijft de warmtepomp in Cottbus aan. Dankzij Europese gelden draait er al zo’n pomp in een papierfabriek in Tsjechië.

Magere groei

Volgens het Europees Milieuagentschap was Duitsland in 2021 verantwoordelijk voor 760,4 miljoen ton CO2-uitstoot. Bijna twee keer zoveel als nummer twee Frankrijk. Brussel geeft de Duitse industrie vijf jaar respijt om klimaatneutraal te worden.

Maar de Duitsers willen de Energiewende – door voormalig kanselier Angela Merkel (CDU) dertien jaar geleden aangekondigd – niet in 2050, maar al in 2045 volbrengen. Met productieprocessen aangedreven door hernieuwbare energie of stroom uit aardwarmte, groene waterstof en biogas.

Cottbus is een lichtpuntje in een voor Duitsland donkere economische tijd. Na vrijwel onafgebroken groei onder Merkel sputtert de Duitse motor de laatste anderhalf jaar. Duitsland ontsnapte in het eerste kwartaal van dit jaar aan een recessie door een opleving van de export en handel.

Voor het hele jaar voorspellen vooraanstaande economische instituten zoals het Institut für Weltwirtschaft (IfW) een magere groei van 0,1 procent, anders dan de eerder geraamde 0,9. De bondsregering verlaagde de groeiprognose voor 2024 al van 1,3 naar 0,2 procent.

Oud en lui

En dus lijkt Duitsland weer de zieke man van Europa. Ruim 25 jaar geleden noemde weekblad The Economist het land voor het eerst zo. De stroeve hereniging van Oost- en West-Duitsland, een arbeidsmarkt die op slot zat en de teruglopende exportvraag zaten de Duitse economie rond de eeuwwisseling in de weg. Daardoor liep de werkloosheid op tot in de dubbele cijfers.

Inmiddels zijn de kaarten anders geschud. Er zijn relatief weinig werklozen (3,5 procent). In Duitsland werd nog niet eerder zo veel gewerkt als in 2023. Maar de productiviteit van de Duitse werknemers ging niet omhoog.

Het land wordt oud en lui, somberen economen. Een revolutionaire hervorming van de arbeidsmarkt, zoals onder Merkels voorganger Gerhard Schröder van de sociaal-democratische SPD, zit er daardoor niet in.

Dat voedt de German Angst. Dat deze existentiële vrees om alles kwijt te raken echt bestaat, bewees de gascrisis. Decennialang was de Duitse industrie verslaafd aan het spotgoedkope aardgas uit Rusland, dat via pijplijn Nord Stream 1 door de Oostzee in het Duitse vakantieoord Lubmin aankwam.

Toen de Russische president Vladimir Poetin in de zomer van 2022 de gastoevoer stapsgewijs begon af te knijpen, ontstond er paniek in Duitsland. Toezichthouder Bundesnetzagentur waarschuwde voor energietekorten en droeg de Duitse burger op spaarzaam om te springen met elektriciteit en water. Zelfs koud douchen in de strenge Berlijnse winter was niet uitgesloten.

Woedend

Pas dit voorjaar – twee jaar later – verklaarde de toezichthouder dat de gascrisis voorbij was. Mede door de tot 2038 uitgestelde kolenexit – onder meer bij Cottbus – wist Duitsland het wegvallen van het aandeel Russisch gas (55 procent van de totale gasbehoefte) te compenseren. Er was ook goed klimaatnieuws: vorig jaar wisselde windenergie de vervuilende steenkool af als belangrijkste bron van elektriciteitsopwekking in Duitsland.

Achter de opgewekte gezichten van Duitse CEO’s en directeuren op de Hannover Messe eind april schuilt veel chagrijn. Ja, Duitsland is de gascrisis, een donkere wolk boven de economie, inmiddels te boven. Maar de steunpilaren van Europa’s grootste economie – veelal bestaand uit een lange rij van familiebedrijven – maken zich grote zorgen over industrieland Duitsland en zijn toekomst.

‘Duitsland blijft achter bij zijn mogelijkheden. Dat maakt mij woedend,’ citeerde zakenkrant Handelsblatt Martin Brudermüller (63) op de dag dat de belangrijkste industriebeurs van Europa was begonnen. Het was niet de eerste klaagzang van de man die tot april topman was van BASF, het grootste chemieconcern van Europa dat evenveel gas verbruikt als heel Zwitserland.

Angst slaat niet over naar Nederland

Terwijl baggeraar Boskalis waarschuwingen geeft over het vestigingsklimaat in Nederland, doet BASF dat in Duitsland. Brudermüller, sinds mei werkzaam bij Mercedes-Benz, waarschuwde eerder voor ‘de-industrialisatie’ van Duitsland.

Anders dan China of de Verenigde Staten, waar overheden bijna elke sector fors subsidiëren, moet de Duitse staat vooral de energie-intensieve bedrijven ontlasten, klinkt de dringende oproep.

De onheilspellende uitspraken over de neergang van industrieland Duitsland galmen al enkele jaren door de hallen van de Hannover Messe, weten de Nederlandse ondernemers bij het Holland Paviljoen. ‘Een reëel gevaar,’ zegt Arjan Timmermans (45).

Maar de angst slaat niet over naar Nederland, constateert de directeur van familiebedrijf Timmermans uit het Brabantse Oudenbosch. Hij ziet veel maakbedrijven in Nederland blijven vanwege ‘kennisbehoud en kwaliteit’.

Alarm

Brudermüllers hartenkreet voedt het dilemma waarmee veel Duitse bedrijven  worstelen: afslanken of verhuizen. Naast de chemie staan ook producenten van cement, keramiek en staal onder druk. Een week voor de beurs in Hannover kondigde de Duitse staalreus ThyssenKrupp (goed voor 27.000 banen wereldwijd) aan de staalproductie te verlagen vanwege de ‘zwakke marktsituatie’. In thuisstad Duisburg staan 13.000 banen op de tocht.

De onzekerheid in het hart van het Duitse industriële Ruhrgebied veroorzaakt een domino-effect in de rest van het land. Wasmachinefabrikant Miele, producent van hogedrukspuiten Kärcher en automaker Porsche kondigden onlangs aan de productie deels naar het buitenland te verplaatsen.

Eerder draaide de Franse bandenfabrikant Michelin de productie in Duitsland terug om ‘concurrerend’ te blijven. Zelfs softwarebedrijf SAP ontspringt de dans niet: wereldwijd schrapt het 8.000 banen.

Ook andere zwaargewichten in de Duitse industrie slaan alarm. Volgens Siegfried Russwurm (60), voorzitter van de branchevereniging van Duitse maakbedrijven, vertonen de productiecijfers in Duitsland ‘al jaren een zorgwekkende neerwaartse trend’. Samen met de belangrijkste Duitse werkgeversorganisaties doet Michael Hüther (62), directeur van het vooraanstaande economische bureau IW, een appèl op de bondsregering om de trend te keren.

Recordwinsten

Duitsland excelleert in topsectoren als chemie, auto’s en biotechnologie – in de laatste sector vooral door BioNTech, dat wereldberoemd werd met een coronavaccin.

Het land drijft op een hecht netwerk van familiebedrijven, kennis en sleuteltechnologieën. Maar de aanhoudend hoge energieprijzen, de verstikkende bureaucratie en de geremde groei dreigen dat kapot te maken, waarschuwen ze. Duitsland heeft een ‘nieuwe, actieve industriepolitiek’ nodig.

Wie in Duitsland woont, herkent de nationale zwaarmoedigheid, angst en vervreemding. Maar is die negativiteit wel terecht? Niet geheel. De levensmiddelenbranche, banken en energiebedrijven maken ‘sinds drie jaar recordwinsten’, relativeert de invloedrijke vakbondsleider Yasmin Fahimi (56) in weekblad Der Spiegel.

Ook Joachim Nagel (58), de president van de centrale bank van Duitsland, weigert mee te gaan in de negatieve teneur. In gesprek met EW en andere buitenlandse media in de hoofdstad Berlijn waakt econoom Nagel ervoor dat ‘het beeld ontstaat dat Duitsland uit elkaar valt’.

Miljoen batterijen

‘De stemming in Duitsland kan beter, maar is zeker niet zo beroerd als gesuggereerd wordt,’ erkent Peter Körte (48), chief technology officer (CTO) bij Siemens, in gesprek met EW op de Hannover Messe.

Körte ontwaart juist genoeg aanknopingspunten voor de Duitse economie om uit het dal te klimmen. ‘Het land doorloopt talrijke transformaties. Het is bijvoorbeeld een positieve ontwikkeling dat we van het Russische gas af zijn en versneld overgaan op alternatieve energiebronnen.’

Misschien wel de meest ingrijpende transformatie voltrekt zich in de Duitse auto-industrie. Vanaf 2026 wil Duitsland in de deelstaat Sleeswijk-Holstein, tegen de grens met Denemarken, één miljoen batterijen per jaar voor de elektrische auto produceren.

‘Duitsland was, is en blijft een sterk industrieland, en de productie van goede auto’s blijft de ruggengraat van onze industrie, ook na de verbrandingsmotor,’ vertrouwde de 66-jarige bondskanselier Olaf Scholz (SPD) in maart een gemêleerd publiek toe in een oude graanschuur bij de opening van de Duitse batterijfabriek.

De Duitse regering en deelstaat Sleeswijk-Holstein steken 700 miljoen euro subsidie in de fabriek. Batterijproducent Northvolt uit Zweden belooft in ruil daarvoor 3.000 banen te creëren.

Heilige graal

‘Daaruit vloeien gigantische kansen voor de Duitse middenstand,’ zei vicekanselier Robert Habeck (54, Bündnis 90/Die Grünen) over de dunbevolkte regio waar hij opgroeide. Sleeswijk-Holstein hoopt op een totaal van 10.000 nieuwe banen. In 2021 werd Tesla, de Amerikaanse fabrikant van elektrische auto’s, op deze manier binnengehaald in de Oost-Duitse deelstaat Brandenburg.

De accu is de heilige graal in de elektrificatie van de Duitse auto-industrie. Na 2035 verbiedt Brussel de verkoop van nieuwe verbrandingsmotoren, met uitzondering van voertuigen op synthetische brandstof. Door de overgang naar elektrisch rijden, staan in Duitsland 2,2 miljoen banen op het spel – 7 procent van de totale werkgelegenheid.

Wat nog zwaarder weegt, is dat meer dan eenderde van de totale Duitse investeringen in onderzoek en ontwikkeling afkomstig is uit de autosector, aldus een recente studie van het Duitse ministerie van Economische Zaken en Klimaat.

Maar ook bij de roemruchte Duitse autobouwers heerst onzekerheid. Terwijl de Duitsers meer geld dan ooit steken in elektrisch rijden, kachelt de omzet uit de belangrijkste niet-Europese afzetmarkt achteruit.

Eind april publiceerden Volkswagen en Mercedes-Benz tegenvallende resultaten over het eerste kwartaal, die alles te maken hebben met de dalende verkopen in China. Daar worden de Duitse autobouwers weggeconcurreerd door Chinese merken.

Naïeve benadering

In april vloog bondskanselier Scholz voor de tweede keer in zijn ambtstijd naar China. De verdeling van de driedaagse reis maakte duidelijk welk belang prevaleerde: één middag met president Xi Jinping, twee dagen voor zakendoen.

In een gesprek met een groep studenten in Sjanghai pleitte de Duitse kanselier voor een ‘open en eerlijke’ Europese markt voor Chinese auto’s. Maar tegelijk waarschuwde Scholz voor ‘dumping, overproductie en inbreuken op intellectueel eigendom’, praktijken waaraan China zich volgens Europa schuldig maakt.

Een week na de Duitse Chinareis kwam aan het licht dat Chinezen op grote schaal vertrouwelijke informatie van Volkswagen hadden buitgemaakt. Het zoveelste lek. Duitsland moet oppassen met zijn ‘naïeve’ benadering van Peking, waarschuwde de Duitse veiligheidsdienst.

Die waarschuwing volgde op de arrestatie van drie Duitsers die bedrijfsgeheimen zouden hebben gestolen voor de Chinese geheime dienst. Duitse ambtenaren verklaarden tegenover persbureau Reuters dat de technologie bruikbaar is voor de Chinese marine en voor militaire doeleinden.

De veiligheidsrisico’s vormen een hels dilemma voor exportland Duitsland. China is, nog vóór de Verenigde Staten en Nederland, handelspartner nummer één. Duitse multinationals weigeren zich af te keren van de concurrerende industriemacht China.

China overspoelt Europese markt

In de miljoenenstad Chengdu schroeft Siemens de productiecapaciteit met 40 procent op. ‘De Chinese markt is sterk en zal verder groeien,’ zei topman Roland Busch (59) vorig jaar tegen Handelsblatt.

Ook Bosch houdt ondanks alle risico’s vast aan China, waar het concern 55.000 werknemers heeft – goed voor eenvijfde van de wereldwijde omzet. Bundesbank-president Nagel ziet eerder kansen dan bedreigingen voor Duitsland in China: ’Het is vooral belangrijk dat we met elkaar in gesprek blijven.’

Duitse economen zijn sceptisch. ‘China wordt steeds problematischer, niet alleen als systeemrivaal, maar ook als concurrent,’ zegt Jürgen Matthes. De econoom van instituut IW is kritisch op de afhankelijkheid van China. Want: ‘China overspoelt de Europese markt, vooral met duurzame energie. Het Chinese export-overschot bedreigt de industrie in Duitsland, en legt daarmee een bom onder klimaatbescherming als motor van de werkgelegenheid in Duitsland.’

Vriendelijker zijn de handelsbetrekkingen met gelijkgezinde landen. Naast de Zweedse batterijproducent Northvolt en Tesla lokte Berlijn onder meer chipmakers Intel, TSMC en Wolfspeed met gunstige voorwaarden naar Duitsland.

Industriereus

De fabriek van het Taiwanese TSMC, de grootste fabrikant van halfgeleiders wereldwijd, gaat over vier jaar open in Dresden. Het Duitse klimaatfonds dekt de helft van de kosten voor de bouw van de fabriek van in totaal 10 miljard euro.

De oude industriereus Duitsland wil dolgraag innoveren. Bewijzen dat het ondanks de overvloedige bureaucratie en de achterstand in digitalisering – nog zo’n ergernis van ondernemers – bedrijvigheid kan aanjagen.

Maar de blinde ambitie slaat weleens door. Toen het beursgenoteerde Wirecard opeens 1,9 miljard euro bleek te missen, sloeg de financiële topman op de vlucht. Het fintechbedrijf ging in 2020 roemloos ten onder. Toezichthouder BaFin en bondskanselier Merkel moesten diep door het stof.

Veelbelovende Duitse internetbedrijven weten niet internationaal door te breken. Illustratief is netwerkplatform Xing, het ‘LinkedIn van Duitsland’ dat de hoge verwachtingen nooit waarmaakte. Fintechbank N26 zit na een veelbelovend begin vast in een moeras als gevolg van interne machtsstrijd, fraudebeschuldigingen en zware concurrentie van grootbanken. Start-upstad Berlijn teert daardoor nog steeds op grijsgedraaide succesnummers als Zalando, HelloFresh en Gorillas.

Toch heeft Duitsland een nieuw pronkstuk waar maar weinigen weet van hebben – als je de kenners mag geloven. Naast het Finse Silo en Mistral uit Frankrijk ontpopt Aleph Alpha, een bedrijf uit het Zuid-Duitse Heidelberg, zich als grote belofte in kunstmatige intelligentie.

Welwillende geluiden

Het vertrouwen is zo groot dat geldschieters Lidl en Bosch gezamenlijk een half miljard dollar investeerden in het vijf jaar oude bedrijf, met nog geen negentig werknemers. Op de Hannover Messe vond de topman van Aleph Alpha zich opeens terug naast kanselier Scholz. Op de beurs reageert Siemens-CTO Peter Körte lyrisch: ‘Na de doorbraak van ChatGPT bouwt iedereen aan modellen. Goed dat ondernemers in Europa hier gelijktijdig aan werken.’

Aleph Alpha geeft Duitsland volgens Volker Wissing (54), de Duitse minister van Digitale Zaken en Transport, een voorsprong in kunstmatige intelligentie (AI). Als het om AI-patenten gaat, volgt Duitsland de Verenigde Staten op de voet, zei minister Volker Wissing op een conferentie in Potsdam. Zijn ministerie schat dat Duitsland ongeveer vijfhonderd AI-bedrijven met potentie herbergt.

Uit de oude Duitse industrie klinken welwillende geluiden om samen te werken. Van de maakbedrijven in Duitsland is 78 procent ervan overtuigd dat AI uiteindelijk beslissend is voor het concurrentievermogen van de Duitse industrie, zo blijkt uit een rondvraag van de branchevereniging van de telecomsector Bitkom in mei.

Ralf Wintergerst (62), voorzitter van Bitkom, benadrukt dat het met deze vorm van innovatie mogelijk is om ‘de productie efficiënter, duurzamer en veerkrachtiger’ te maken.

Maar terwijl het Europees Parlement in maart de eerste AI-wet aannam, wordt in Duitsland wetgeving gefrustreerd door de deelstaten. ‘Zonder kunstmatige intelligentie zal geen enkele economie concurrerend kunnen blijven,’ waarschuwde Wintergerst.

Tram zonder bestuurder

Voor Körte is er geen tijd te verliezen: ‘We hebben een sterke industrie, maar er zijn nog steeds veel data vergrendeld. Hoe meer data je hebt, hoe machtiger de modellen worden. Het is wachten op de volgende sprong.’

Nu staan bijna alle Duitse sectoren nog vooral te springen om arbeidskrachten. Vakbondsleider Fahimi: ‘De vereiste kwalificaties zijn vaak niet te vinden op de arbeidsmarkt.’ Omscholing en bijscholing zijn volgens haar essentieel.

Maar ook AI kan het personeelstekort in Duitsland helpen oplossen, benadrukken kenners. Siemens-CTO Körte wijst naar de stad Potsdam, waar sinds 2018 de eerste tram zonder bestuurder rijdt. Nog een voorbeeld komt uit de magazijnen van een webwinkel, waar een zogeheten cobot – een slimme, zelfdenkende robotarm – helpt met het samenstellen van bestellingen. ‘AI kan dag en nacht werken.’

Maar pikken de robots uiteindelijk niet de banen van mensen in? Körte: ‘AI is er niet om je te vervangen, maar om je te helpen.’ Bitkom-voorzitter Wintergerst maant de Duitse industrie daarom tot snelheid: ‘Wie wacht, kan geen voortrekkersrol vervullen. Als de Duitse industrie een wereldleider wil blijven, moet ze AI snel integreren in haar processen en producten.’

Energiewende

Intussen moet de industrie een andere missie volbrengen: de Energiewende. Gelooft ingenieur Yücel erin dat Duitsland tegen 2045 klimaatneutraal kan zijn? ‘Het gaat niet om het geloof, maar om het nemen van passende maatregelen. Met de kennis die ik nu heb, acht ik het mogelijk,’ besluit ze nuchter.

De Duitse angst om weer de zieke man van Europa te worden, is wel terecht. De transformatie die Duitsland wacht, is onzeker. Maar de oude industriereus is volop in beweging.

Schrijf u in voor onze ochtendnieuwsbrief

Abonneer u op de gratis nieuwsbrief EW Ochtend en start de dag scherp met de belangrijkste artikelen over politiek, economie en buitenland.

Guy Hoeks
Guy Hoeks (1989) studeerde Europese Studies in Amsterdam, Berlijn en Leiden.
Lees meer
Guy Hoeks