Komt het ooit nog goed met Britse Conservatieven?

ART_39_wrl_vooruitblik_tories_83627_IMG_WRLTORIESGettyImages-2170516258

Dezer dagen congresseert de Conservatieve Partij van het Verenigd Koninkrijk. Zij staat er ronduit slecht voor. Wie is de nieuwe leider en heeft die nog enige kans van slagen?

Een partijcongres? Nee, een schoonheidswedstrijd! Bij de jaarlijkse bijeenkomst van de Conservatieve Partij, dit jaar in Birmingham, zal de aandacht niet uitgaan naar de toespraak van de ­leider, noch naar een eloquent debat met Sir Jacob Rees-Mogg of een komisch optreden van Boris Johnson. Het gaat om de vier kandidaten die de moed en ambitie hebben om Rishi Sunak op te volgen na de historische afgang bij de Lagerhuisverkiezingen deze zomer, het slechtste ­resultaat sinds 1906.

Bij de afvalrace naar de functie van leider van Zijne Majesteits Oppositie zijn al twee kandidaten gesneuveld: de onbekende Mel Stride en de oud-minister van Binnenlandse Zaken Priti Patel. De overblijvers zijn Robert Jenrick, James Cleverly, Kemi Badenoch en Tom Tugendhat. Eerst maakt de fractie een schifting, waarna de leden mogen stemmen over de twee resterende kandidaten. De partij is hier inmiddels zeer bedreven in.

Het viertal is divers in alle betekenissen van het woord. Jenrick is een politiek kind van Margaret Thatcher. Cleverly is de zoon van een immigrant uit Sierra Leone. Badenoch is een Nigeriaans-Britse die de eerste premier kan worden met dreadlocks. Tugendhat, de meest elitaire van de vier, heeft Tsjechisch-Joodse wortels. Wat de vier gemeen hebben: ze zijn allemaal privaat opgeleid. Class is, zoals altijd, belangrijker dan etniciteit in het Verenigd Koninkrijk, zeker bij de Conservatieven.

Wat centraal staat bij de leiderschapsstrijd, is de koers van de partij en de vraag wat het Britse conservatisme is. Over het antwoord op die vraag is twijfel ontstaan, door de vijf premiers die de partij leverde in de roerige regeerperiode tussen 2010 en 2024.

Gat in de hand

David Cameron was een progressieve Conservatief, economisch neoliberaal, en op cultureel gebied sociaal-liberaal. Zijn opvolger Theresa May zette deze koers voort, maar raakte verward in de Brexit-kluwen. Bovendien vonden veel partijgenoten haar te ‘woke’.

Vervolgens kwam Boris Johnson, die met een gat in de hand regeerde en de architect werd van strenge coronalockdowns. Hij liet het land in chaos achter, waarna Liz Truss besloot de kwakkelende economie op te blazen, en daarmee het imago van de Conservatieve Partij als betrouwbare hoeder van de kas. Sunak probeerde de schade te herstellen, maar kwam op zijn beurt met on-Conservatieve plannen, zoals een geleidelijk verbod op de verkoop van tabak.

De situatie van de Conservatieve Partij, de oudste politieke partij ter wereld, valt op het eerste oog te vergelijken met die van 1997, toen zij de politieke jungle in werd gestuurd door Tony Blairs New Labour. Maar een groot verschil is de aanwezigheid nu van Nigel Farage op rechts. Diens populariteit is toegenomen door het onvermogen van de Conservatieven de landsgrenzen goed te bewaken. Zijn Reform UK heeft meer dan 4 miljoen kostbare stemmen weggehaald bij met name de Conservatieven.

Verloren

Er is nog een verschil met 27 jaar geleden: Blair had de verkiezingen indertijd gewonnen, dit keer hebben de Conservatieven de verkiezingen verloren. Labour-leider Sir Keir Starmer werd daardoor automatisch premier. Al tijdens de wittebroodsweken neemt zijn populariteit af, onder meer door zijn reactie op de zomerrellen, zijn beslissing om de wintertoelage voor bejaarde Britten te schrappen en gevangenen vervroegd vrij te laten. En dat een miljonair en partijdonateur dure kleren koopt voor hem en zijn vrouw, schaadt Starmers geloofwaardigheid.

Kortom, de weg terug naar de macht kon voor de Conservatieven weleens korter zijn dan gevreesd. Grote vraag is: welke route? Over rechts, zoals Badenoch en Jenrick willen, of door het midden, de optie van Cleverly en Tugendhat? Aan het begin van de race was Badenoch favoriet, mede door haar kruistocht tegen woke en haar morele helderheid. Zij is de lieveling van de leden, maar bij collega’s ligt ze door haar hooghartige uitstraling slechter. Clubbable lijkt ze, net als Thatcher, niet te zijn.

Badenoch heeft concurrentie van een andere thatcheriaan. Jenrick is bijna letterlijk een kind van het thatcherisme. Zijn vader was een gasinstallateur die, geïnspireerd door Thatchers ondernemersrevolutie, een succesvol openhaardbedrijf opzette. Jenrick wil terugkeren naar het neoliberalisme, te beginnen met bezuinigingen op de ambtenarij. Tevens profileert hij zich als de anti-immigratiekandidaat. Jenrick trad eind 2023 af als staatssecretaris van Immigratie, omdat hij voorzag dat Sunaks plan voor uitzetting naar Rwanda nooit ging werken.

Mr. Nice Guy

Gematigder is Tugendhat, een telg uit een familie die zich door de jaren in het hart van het Britse establishment heeft genesteld. De interesse van deze oud-­legerofficier gaat vooral uit naar defensie en buitenlandbeleid. Zwakke punten: hij was tegen Brexit en een fervent criticus van Boris Johnson. Een militair verleden, altijd een voordeel binnen Conservatieve kringen, heeft ook de kandidaat die geldt als een pragmaticus en zwaargewicht die voor eenheid binnen de partij kan zorgen: James Cleverly, de Mr. Nice Guy van het kwartet.

Belangrijker dan streven naar eenheid, zeker in deze donkere tijden voor de partij, is het brengen van een goed, thatcheriaans gemoed. Volgens de doorgewinterde Conservatieven-watcher Andrew Gimson kan alleen Badenoch zalen in vervoering brengen. ‘Zij heeft de gave om mensen te laten voelen dat het goed is Conservatief te zijn,’ zegt de auteur van onder meer Gimson’s Prime Ministers: Brief Lives from Walpole to May, ‘en heeft daarvoor de eloquentie, vechtlust en uitbundigheid. Dat telt nu het zwaarst.’

Schrijf u in voor onze middagnieuwsbrief

Met de gratis nieuwsbrief EW middag wordt u dagelijks bijgepraat met commentaren en achtergronden bij de belangrijkste nieuwsverhalen.