Hete herfst dreigt voor Franse landbouw

Eerder boerenprotest in Frankrijk. Foto: Jeff Pachoud/AFP

Ondanks protectionistisch beleid lijkt 2024 een rampjaar te worden voor de Franse landbouwindustrie. Een hete herfst dreigt.

De extreme weersomstandigheden van het afgelopen jaar hebben desastreuze gevolgen voor akkerbouwers en wijnboeren. De regering in Parijs moet zich mogelijk gaan voorbereiden op een nieuwe golf aan boerenprotesten, wegens tegenvallende oogsten en teruglopende inkomsten.

Jean-François Loiseau, voorzitter van Intercéréales, de brancheorganisatie van de graanindustrie, noemde de weersomstandigheden van afgelopen jaar ‘extreem moeilijk’ voor graanboeren. Sinds de herfst regende het overvloedig in grote delen van het land, wat leidde tot een aanzienlijke vertraging bij het inzaaien van de gewassen.

Het overtollige water zorgde voor verstikking van de wortels en een uitbarsting van onkruid en ziekten. Bovendien was er relatief weinig zonneschijn en ­waren de temperaturen laag tijdens de voortplantingsfase. Het teveel aan water en het gebrek aan zon hebben een negatieve invloed op de opbrengst en kwaliteit van het graan. Volgens de agrarische statistiekdienst Agreste valt de tarweproductie in Frankrijk zo’n 25 procent lager uit dan vorig jaar. Wellicht krijgt het land zelfs te maken met de laagste tarweoogst sinds 1987.

Op basis van de slechte economische vooruitzichten heeft de Franse minister van Landbouw Marc Fesneau alvast financiële steun toegezegd aan graantelers. Maar of dat voldoende is om de landbouwsector overeind te houden, is nog maar de vraag. Arnaud Rousseau, voorzitter van de grootste landbouwvakbond FNSEA, verklaarde onlangs dat graanboeren ‘een van de slechtste oogsten in veertig jaar’ tegemoet gaan. Rousseau noemde 2024 zelfs een ‘rampjaar’ voor graangewassen en deed een dringend beroep op de overheid om gedupeerde landbouwers door deze moeilijke periode heen te loodsen.

Daling oogst

Ook druiventelers zijn de dupe van het extreme weer: in alle Franse wijnstreken wordt een flinke daling van de oogst verwacht. Gedurende het koude en natte voorjaar zijn veel wijngaarden getroffen door bloesemval en misbloei. De vochtige weersomstandigheden zorgden bovendien voor een toename van de schimmelziekte meeldauw. Daarnaast kende het jaar periodes van vorst en hagel die de wijnproductie hebben aangetast. Het Franse ministerie van Landbouw verwacht een productiedaling van 10 tot 16 procent ten opzichte van 2023.

Waarschijnlijk begint de oogst later dan voorgaande jaren, dus de verwachtingen kunnen nog enigszins worden bijgesteld. Desalniettemin worden enorme inkomensverliezen verwacht in de agrarische sector, waardoor de Franse boer het opnieuw zwaar te verduren krijgt. Dat zou opnieuw tot wanorde kunnen leiden onder deze beroepsgroep, die afgelopen winter nog uitgebreid in actie kwam met snelwegblokkades. Net als in Nederland kampt de Franse landbouw met te veel regels en te weinig inkomsten. Na de ‘boerenopstand’ van afgelopen jaar kwam de Franse overheid met een reeks voorstellen om het leven van de boeren te vergemakkelijken.

Hoewel Frankrijk zich moet houden aan het gemeenschappelijke landbouwbeleid (GLB) van de Europese Unie, heeft het land sinds 2018 een nationale wet die boeren beschermt tegen de nadelige gevolgen van het commerciële getouwtrek tussen supermarkten en voedselproducenten. De zogeheten Egalim-wetgeving garandeert dat boeren een eerlijke prijs krijgen voor hun producten. De wet verbiedt supermarkten om vlees, melk, groenten en fruit met verlies te verkopen.

Tevens verplicht de wet boeren en afnemers om samen contractuele afspraken te maken waarin alle productiekosten zijn opgenomen, inclusief eventuele kostenstijgingen. Als de energieprijzen voor boeren stijgen, dan stijgt ook de prijs die ze mogen doorberekenen aan hun afnemers. Grote ketens die de Egalim-wetten omzeilen via inkoopcentrales in het buitenland, zullen strenger worden aangepakt, zo benadrukte de regering eerder dit jaar.

Kwaliteitskeurmerk

De Egalim-wetgeving heeft vooralsnog niet tot explosieve prijsstijgingen geleid in de Franse supermarkten. Desalniettemin is de consument bereid om een eerlijke prijs te betalen voor voedingsmiddelen en drank ‘van eigen bodem’. Fransen staan bekend om hun chauvinisme en kopen bij voorkeur producten uit eigen land. Daartoe aangemoedigd door hun eigen president, die zijn landgenoten geregeld oproept om Franse ­producten te kopen en te consumeren. ‘Made in France’ wordt door de meeste consumenten gezien als een kwaliteitskeurmerk.

Ook producten met regionale keurmerken vinden gretig aftrek onder Franse consumenten. Voor landbouwproducenten is het dan ook aantrekkelijk om een keurmerk te voeren dat de geografische herkomst van hun producten waarborgt. In 1935 is de Appellation d’Origine Contrôlée (AOC) in het leven geroepen. De AOC-wetgeving biedt bescherming aan meer dan 370 wijnsoorten en sterke dranken uit specifieke Franse regio’s, zoals de Champagne, de Médoc en de Bourgogne. Ook biedt het keurmerk bescherming aan specifieke voedingsmiddelen als kaas, olijfolie, olijven, honing en noten.

Elke regio hanteert een eigen AOC met specifieke normen voor de geografische herkomst en de productiewijze waaraan het product moet voldoen. Op die manier waarborgt het keurmerk ook de kwaliteit. Een speciale beschermingsinstantie, het Organisme de défense et de gestion, is verantwoordelijk voor de naleving en kwaliteitscontrole van alle AOC-producten.

Niet alleen wetgeving speelt een belangrijke rol in het voortbestaan van de Franse boer, ook het patriottistische koopgedrag van de Fransen is te beschouwen als een vorm van protectionisme. Fransen kopen graag producten van eigen bodem en zijn bereid daarvoor meer te betalen.

Barricades

Dat lijkt allemaal heel mooi, maar de werkelijkheid is weerbarstiger, zegt Aurélie Catallo, directeur Landbouw Frankrijk bij het Instituut voor duurzame ontwikkeling en internationale betrekkingen (IDDRI). ‘Als door een wonder alle consumenten morgen zouden zeggen “ik eet alleen nog Frans”, dan zou het niet eens werken,’ zegt de specialist. ‘Op dit moment is ons landbouwmodel niet zo georganiseerd dat het voldoende diversiteit biedt om te voorzien in de behoeften van de gehele bevolking.’

Ook al ambieert de Franse overheid ‘voedselsoevereiniteit’, het land is nog lang niet zelfvoorzienend. En zelfs als het mogelijk zou zijn om aan winkels 100 procent Franse producten te leveren, dan zou dat voor veel huishoudens ongetwijfeld te duur zijn.

Of de boeren opnieuw de barricades opgaan, is uiteindelijk afhankelijk van een heel scala aan factoren: Europese ­regelgeving, nationale wetgeving en de ‘gunfactor’ van consumenten, ondanks hun dalende koopkracht. Aan de 74-jarige Josephine zal het niet liggen: ‘Ik doe mijn best, ook al zijn groenten en fruit uit Frankrijk duurder dan buitenlandse producten. Ik blijf proberen de boeren te steunen.’

Schrijf u in voor onze middagnieuwsbrief

Met de gratis nieuwsbrief EW middag wordt u dagelijks bijgepraat met commentaren en achtergronden bij de belangrijkste nieuwsverhalen.

Annelies Bogaards
Annelies Bogaards is correspondent in Frankrijk.
Lees meer
Annelies Bogaards