Op het eerste oog gaat het goed met de Russische economie. De economie groeide – ondanks strenge sancties – vorig jaar met 3,6 procent en werkloosheid bedraagt slechts 2,4 procent. Toch komen er talloze problemen op Poetin af.
De meeste centrale banken verlagen de rente. Die van Rusland niet. Vorige maand verhoogden de beleidsmakers die tot 21 procent, het hoogste niveau in twee decennia. De financiële markten verwachten dat de rente tegen het einde van het jaar 23 procent zal bedragen. De verhoging is nog opmerkelijker omdat zij wordt doorgevoerd in een tijd van oorlog, wanneer centrale bankiers gewoonlijk niet graag de economische activiteit onderdrukken.
De Russische economie heeft analisten in verwarring gebracht sinds het land in februari 2022 Oekraïne binnenviel. Ondanks een van de strengste sanctieregimes in de moderne geschiedenis beleeft het land de snelste economische groei in meer dan tien jaar. Rusland groeide vorig jaar met 3,6 procent en zal dit jaar naar verwachting in hetzelfde tempo doorgaan. Toch is het besluit van de centrale bank om de rente te verhogen niet zozeer een bewijs van kracht. Eerder een waarschuwing voor de problemen die komen.
Het wordt steeds moeilijker om de overheidsuitgaven op peil te houden. De Russische begroting voor 2025, die in september werd bekendgemaakt, bevat een plan om de defensie-uitgaven volgend jaar met een kwart te verhogen. De jaarlijkse uitgaven voor defensie en veiligheid – de inlichtingendiensten hebben een aparte begrotingspost – zullen naar verwachting stijgen tot 17 biljoen roebel (160 miljard euro), meer dan 40 procent van alle overheidsuitgaven of 8 procent van het Russische bruto binnenlands product (bbp). Alleen al de defensie-uitgaven zullen uitkomen op 6 procent van het Russische nationale inkomen, het hoogste bedrag sinds de Koude Oorlog.
Dat is veel, maar niet zeldzaam bij een land in oorlog. De militaire uitgaven van Amerika bedroegen bijvoorbeeld 8-10 procent van het bbp tijdens de oorlog in Vietnam. In de Tweede Wereldoorlog besteedden de grootmachten 40-60 procent van hun totale economische output aan defensiedoeleinden. Het cruciale verschil zit in het monetaire beleid. Britse beleidsmakers in het begin van de jaren veertig probeerden – meestal met succes – wat zij noemden ‘een drieprocentsoorlog’ te voeren, waarbij ze de rentetarieven dicht bij dat niveau hielden. De Amerikaanse Federal Reserve handhaafde de rente destijds op 2,5 procent. Lagere kosten voor leningen hielpen de grote tekorten betaalbaar te houden. In Rusland daarentegen is het rendement op tienjarige staatsobligaties gestegen van ongeveer 6 procent voor de oorlog naar 16 procent nu.
Oververhitte arbeidsmarkt
Het ronselen van gevangenen en het inhuren van Noord-Koreaanse soldaten zijn onorthodoxe indicatoren van een oververhitte arbeidsmarkt, maar indicatoren zijn het. De Russische werkloosheid bedraagt slechts 2,4 procent. De reservecapaciteit is opgebruikt en de economie vertoont alle klassieke tekenen van oververhitting. De jaarlijkse inflatie bedraagt meer dan 8 procent. Hoewel het verhogen van de rente het geijkte antwoord is, wordt lenen dan wel duurder.
In de jaren veertig hielden de Amerikanen en de Britten de inflatie onder controle door een combinatie van forse verhogingen van de inkomstenbelasting, eerder bedoeld om de gezinsuitgaven te beperken dan om de staatsinkomsten te verhogen, en rantsoenering. In het Rusland van vandaag zouden dergelijke maatregelen erg impopulair zijn, en moeilijk te rijmen met de propaganda van Vladimir Poetin.
Er is nog een reden waarom het land gedwongen is het monetaire beleid aan te scherpen. Gedurende het grootste deel van de Tweede Wereldoorlog hoefden het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten zich geen zorgen te maken over de externe waarde van hun valuta. De dollar profiteerde van een status als toevluchtsoord, terwijl het Amerikaanse Lend Lease-programma de Britten voorzag van zowel militair materieel als grondstoffen zoals olie en voedsel, en dat vrijwel gratis. Als het Verenigd Koninkrijk geen bondgenoot had gehad met de diepe zakken en industriële capaciteit van Amerika, die bovendien bereid en in staat was om tweederde van de Britse import te leveren, dan zou de waardedaling van de pond een militair probleem hebben opgeleverd.
Steun China is niet gratis
Het probleem van Poetin is dat hij niet zo’n bondgenoot heeft. China is Ruslands belangrijkste handelspartner geworden. Het levert eenderde van alle Russische import en meer dan 90 procent van de micro-elektronica, die wordt gebruikt in drones, raketten en tanks. Maar die steun is niet gratis. Russische functionarissen moeten op hun hoede zijn voor de waarde van de roebel ten opzichte van de yuan. Deze is dit jaar met 10 procent gedaald, tot bijna het laagste niveau sinds het begin van de oorlog. Rusland is, in tegenstelling tot de geallieerden in de Tweede Wereldoorlog, extern kwetsbaar. Dat is uiteindelijk wat de rentetarieven naar recordhoogtes heeft gedreven.
Tot voor kort beschermde de Russische regering de economie tegen hogere rentes. Dankzij allerlei regelingen konden huishoudens gemakkelijker de aflossing van hun schulden opschorten en konden bedrijven lenen tegen (dankzij subsidies) lagere tarieven, waarbij de overheid de banken compenseerde voor gederfde inkomsten. Maar nu komen er tekenen dat deze programma’s onbetaalbaar worden.
Een hypotheeksubsidieregeling, die het mogelijk maakte om te lenen tegen slechts 8 procent terwijl de officiële rente veel hoger lag, eindigde op 1 juli. Het aantal hypotheken halveerde in de daaropvolgende maand, het aantal bedrijfsfaillissementen is dit jaar met 20 procent gestegen. De Russische Unie van Industriëlen en Ondernemers, een handelsorganisatie, verwacht dat investeringsplannen voor volgend jaar worden uitgesteld omdat lenen zo duur wordt.
Hogere rentetarieven zullen de uitgaven van zowel bedrijven als consumenten afremmen. Het IMF verwacht dat de Russische economische groei volgend jaar sterk afneemt, tot 1,3 procent. Zelfs de VEB, de staatsontwikkelingsbank, heeft zijn groeiprognose verlaagd naar 2 procent. De combinatie van minder investeringen en verlies van arbeidskrachten aan het front eist zijn tol. De noodzaak om de roebel zijn waarde te laten behouden zodat cruciale importen kunnen wordt betaald, is een gevaarlijk punt voor Poetin. Hij hoopt misschien dat Donald Trump zijn belofte nakomt om het conflict te beëindigen. Een drieprocentsoorlog voeren kan dan misschien nog, een 21-procentsoorlog is iets heel anders. © The Economist