Johan Ferrier en zijn kinderen: Een familiegeschiedenis van Surinaamse trots

Nederland Amsterdam 23-11-2024

Volgend jaar is het vijftig jaar geleden dat Suriname zelfstandig werd. Johan Ferrier was de laatste gouverneur en eerste president. ‘Zijn hart zou breken over het huidige Suriname,’ zeggen zijn drie nog overgebleven dochters.

‘Een heel emotioneel moment,’ noemt Ferrier (67) het. Ze doelt op het hijsen van de nieuwe Surinaamse vlag op 25 november 1975. Zij is de jongste dochter van de Surinaamse staatsman Johan Ferrier (1910-2010). ‘We zagen één gouden ster in plaats van vijf sterren in vijf verschillende kleuren. Die ene ster stond voor de eenheid van het Surinaamse volk.’

Exact om 00.00 uur werd in het voetbalstadion in Paramaribo de Nederlandse vlag gestreken. Suriname was niet langer een kolonie van Nederland. De laatste gouverneur van het land werd de eerste president. Die unieke gebeurtenis vierden hij en zijn vrouw Edmé Vas op de eretribune uitbundig met de Surinaamse partijleiders Henck Arron en Jagernath Lachmon, met prinses Beatrix en prins Claus, de Nederlandse premier Joop den Uyl en de ministers Gaius de Gaay Fortman en Jan Pronk.

De twee jongste van zijn acht kinderen, Joan en Kathleen, waren uit Nederland overgekomen, waar ze studeerden. Zij hadden een plekje op de eretribune. De zes oudste kinderen woonden in Suriname en zaten elders in het stadion op de tribune. ‘Ik was er met mijn twee zoontjes van tien en twaalf,’ zegt schrijfster Cynthia McLeod-Ferrier (88). ‘Gewoon tussen de andere mensen.’

Een vader voor alle Surinaamse kinderen

Johan Ferrier is de Surinaamse Vader des Vaderlands (zie ‘Een leven lang publieke zaak’ op pagina 63). ‘Hij was niet alleen onze vader, maar de vader van alle Surinaamse kinderen,’ zegt Helen (93). De drie zussen Helen, Cynthia en Kathleen zijn samengekomen in Helens appartement in Amsterdam. Ze zijn de drie nog levende kinderen van Johan Ferrier. Helen: ‘Zijn levensmotto was: “Alles wat je kan en vermag, moet ten dienste staan van de gemeenschap.”’

De zussen praten honderduit. De anekdotes tuimelen over elkaar als een Surinaamse soela (waterval) en geregeld schalt hun lach door de woonkamer. Als een geboren docente geeft Cynthia met krachtige Surinaamse tongval geschiedenisles: ‘Vergeet niet, hoor! Suriname kreeg al in 1876 schoolplicht, 24 jaar eerder dan Nederland.’

Hun vader was veelzijdig, begaafd en beschaafd, zeggen de dochters. ‘Die erfenis zit in onze genen.’ Zelf waren ze actief in het (wetenschappelijk) onderwijs, het openbaar bestuur of de politiek, en gezegend met een goede pen. Cynthia McLeod publiceerde onder meer de bestsellers Hoe duur was de suiker? (1987) en De vrije negerin Elisabeth. Gevangene van kleur (2001). Kathleen zat van 2002 tot 2012 voor het CDA in de Tweede Kamer (zie ‘Kinderen Ferrier’ op pagina 64) en is tegenwoordig voorzitter van de Nederlandse Unesco Commissie. Helen was lange tijd docent wiskunde op scholen in Suriname.

Een man van onderwijs en vooruitgang

Hij leerde zichzelf lezen en schrijven, vertelt Kathleen. ‘Vanaf de vierde klas zat hij op de Van Sypesteynschool in Paramaribo. Die school was in het oude woonhuis van Elisabeth Samson, over wie Cynthia later zou schrijven. Hij sloeg een paar klassen over en wilde dokter worden. Maar zijn vader kon die studie niet betalen.’ Ferrier ging daarom naar de kweekschool. Vanaf zijn zeventiende was hij onderwijzer. In het district Saramacca ging hij elke ochtend langs de huizen om kinderen op te halen die op de rijstvelden moesten werken. Hij was een energieke, veelzijdige man. Kathleen: ‘Hij hielp bijvoorbeeld ook bij bevallingen.’ Opvallend: hij speelde zelfs nog een interland als linksbuiten van het Surinaamse voetbalelftal.

In 1947 vertrok Ferrier met zijn drie oudste kinderen naar Nederland om pedagogiek te studeren. ‘Aan die tijd hebben wij alleen maar goede herinneringen,’ zegt Cynthia. ‘Wij waren bijzonder: je zag toen nog weinig zwarte mensen in Holland.’ Helen: ‘Op de Albert Cuypmarkt aaiden mensen over ons haar en kregen we koekjes en kersen.’

Ferrier vloog door zijn studie en promoveerde in 1950 op het proefschrift De Surinaamse samenleving als sociaal-pedagogische opgave.De opdracht voorin luidde: ‘Aan mijn kinderen.’ Ook toen al doelde hij niet op zijn eigen kinderen, maar op alle kinderen van Suriname.

Strenge principes en ruimte voor creativiteit

De lat lag hoog bij Ferrier thuis. ‘Je moest half dood zijn om thuis te blijven van school,’ lacht Kathleen. Maar er was ook lol, zegt Helen. ‘We schreven boekjes, speelden toneelstukjes en maakten een krant.’ Cynthia: ‘En als we jarig waren, vertelde hij Anansi tori, prachtige verhalen over de slimme spin Anansi.’

Zijn integriteit was hem heilig. In de jaren vijftig kon Cynthia een beurs krijgen voor een universitaire studie in Californië. Haar vader was premier en wilde het niet. ‘Men zou kunnen denken dat hij het geregeld had. Ik heb gestámpvoet!’ Eerder won zij een prijs voor uitzending naar een jamboree in Canada, maar ook daarvoor gaf hij geen toestemming. Helen: ‘Na mijn bemiddeling mocht ze toch gaan.’ Cynthia: ‘Op één voorwaarde: ik moest mijn reis zelf betalen, zodat die van een ander kon worden bekostigd.’

Oegsgeest, 22-11-2005.
Johan Ferrier thuis in Oegsgeest. In 1975 was hij de eerste president van onafhankelijk Suriname. Sinds 1980 woonde hij in Nederland.
foto Peter Elenbaas

Johan Henri Eliza Ferrier

Johan Henri Eliza Ferrier werd op 12 mei 1910 geboren in Paramaribo als oudste van zeven kinderen. Zijn wortels lagen in India, Afrika en Europa. Na de Kweekschool voor Onderwijzers in Paramaribo werkte hij als onderwijzer in onder meer Saramacca en Paramaribo.

In 1943 richtte hij met anderen de Unie Suriname op, waaruit in 1946 de Nationale Partij Suriname (NPS) ontstond. Vanaf 1947 studeerde hij pedagogiek aan de Universiteit van Amsterdam, waar hij in 1950 promoveerde. Terug in Suriname was hij onder meer directeur van de Kweekschool en directeur onderwijs op het ministerie van Onderwijs. Van 1955 tot 1958 was hij premier en minister van Binnenlandse Zaken.

Daarna werkte hij in Den Haag als raadsadviseur op het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. Vanaf 1966 was hij mijnbouwdirecteur in Suriname, tot hij in 1968 werd benoemd tot de laatste gouverneur van Suriname. Na de onafhankelijkheid van Suriname op 25 november 1975 werd Ferrier de eerste president van het land, een functie die hij tot augustus 1980 bekleedde.

In 2002 verscheen van zijn hand Het grote Anansiboek, een bundel verhalen. In 2005 publiceerde hij, samen met John Jansen van Galen, zijn memoires: Laatste gouverneur, eerste president. De eeuw van Johan Ferrier, Surinamer. Johan Ferrier overleed op 4 januari 2010 in Oegstgeest, net geen honderd jaar oud.

Allemaal lijken ze op hem, zeggen de zussen. Helen: ‘Naarmate ze ouder werden, gingen onze broers ook uiterlijk sprekend op hem lijken. Zo was Deryck een dubbelganger. Iemand zei ooit: “De Ferriers zijn als Volkswagens. Als je er één hebt gezien, heb je ze allemaal gezien.” Klopt.’

In 1958 vertrok hij met zijn jonge gezin naar Nederland om te gaan werken als raadsadviseur op het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. ‘Het is zijn verdienste dat ESA, centrum voor Europese ruimtevaart, in Noordwijk is gevestigd,’ zegt Kathleen. ‘Omdat mijn moeder werkte, bracht en haalde hij Joan en mij naar en van school. Dat vond ik vervelend: mijn vader als enige man en enige zwarte op het schoolplein tussen al die witte moeders.’

In 1966 ging het gezin terug naar Suriname en werd Ferrier mijnbouwdirecteur. Maar hij werd door koningin Juliana gevraagd gouverneur te worden. Met zijn gezin betrok hij in 1968 het Gouverneurshuis, met Koninginnekamer voor als de vorstin kwam logeren. De glanzend witte buitenkant was schijn. Luizen tastten het hout aan en op zolder huisde een kolonie vleermuizen.

Ferrier wilde de etnische verdeeldheid bestrijden. Hindoestanen, Javanen, inheemse Surinamers, creolen, alle bevolkingsgroepen moesten gelijkwaardig worden behandeld. Aan de vooravond van de zelfstandigheid verzette hij zich tegen de vorming van een eigen leger, Suriname had al een goede politie, vond hij. ‘Hij had een vooruitziende blik,’ zegt Helen. In zijn nieuwjaarsrede van 1978 waarschuwde Ferrier voor een militaire staatsgreep. Op 25 februari 1980 pleegde legerleider Desi Bouterse een coup. Op bezoek bij Ferrier moesten Bouterse en zijn kompanen hun wapens achterlaten bij de paleiswacht.

In augustus 1980 trad Ferrier af toen de Grondwet buiten werking was gesteld. Hij en zijn vrouw verhuisden naar een rijtjeshuis in Oegstgeest. Twee jaar later kwamen de Decembermoorden. Kathleen: ‘Toen hij het hoorde, was hij in shock. Onze ouders kenden ze allemaal en hij was bevriend met de meesten van de vijftien slachtoffers.’

Na de ‘gebeurtenissen’ vond Ferrier het lang moeilijk om met zijn kinderen over Suriname te praten. In 1987 ging hij voor het eerst terug, toen de democratie na zeven jaar militair bewind eindelijk was hersteld. Cynthia: ‘Iedereen wilde met hem praten.’

Een blijvende erfenis van wijsheid en zorg

Ferrier was vraagbaak voor velen en las veel. In haar studietijd adviseerde hij Kathleen om net als hij Chinees te leren. ‘Hij voorspelde dat China de dienst zou gaan uitmaken.’

Na de dood van zijn vrouw in 1997 bleef hij alleen wonen. Toen Kathleen Tweede Kamerlid werd, hielp hij bij de opvang van haar twee zoontjes. ‘Koken, strijken, verhalen vertellen. Natuurlijk spraken we veel over politiek. Ik belde ook vaak mijn broer Deryck voor advies.’

Zijn hart zou breken als hij zag hoe belabberd Suriname eraan toe is, zeggen zijn dochters in koor. Kort voor de onafhankelijkheid stonden gezondheidszorg en onderwijs op het hoogste niveau in de regio. ‘Nu is het een puinhoop,’ zegt Cynthia. ‘Zorg? Er is helemaal geen zorg. Het volk pináárt – lijdt armoe.’

Hun vaders naam leeft voort, mede doordat Joan in 2009 de Stichting Johan Ferrier Fonds oprichtte. Deze steunt educatieprojecten en organiseert de tweejaarlijkse Johan Ferrier Lezing. Die wordt op 11 mei in het Amsterdamse H’ART Museum gegeven door advocaat Gerard Spong en theatermaker Alida Dors.

Cynthia was de afgelopen jaren druk met fondsenwerving voor de restauratie van het monumentale Elisabeth Samson-huis, waar hun vader ruim een eeuw geleden op school zat. ‘Dat stond te verkrotten. Je zakte er door de vloeren.’

Op 25 november 2025, de dag van vijftig jaar Srefidensi, gaat het huis feestelijk open met een mini-opera waarvoor zij de tekst schreef. ‘Het huis is een geschenk aan het Surinaamse volk.’ Ferrier zou trots zijn.

De kinderen Ferrier

Johan Ferrier had acht kinderen uit twee huwelijken met Eugenie Lionarons en Edmé Vas. Alle kinderen zijn in Suriname geboren:

Helen (1931) was docent wiskunde in het middelbaar onderwijs in Paramaribo.

Deryck (1933-2022) was landbouwkundige en socioloog. Hij was directeur van het Centrum voor Economisch en Sociaalwetenschappelijk Onderzoek en publiceerde wetenschappelijke studies en literair werk.

Robin (1935-2016) was elektrotechnicus en CEO van Battery Industry Suriname.

Cynthia (1936) studeerde Nederlands, was docent in het middelbaar onderwijs en is de bekendste schrijver van Suriname.

Stanley (1939-2013) was onderdirecteur van het ministerie van Handel en Industrie en leraar.

Leo (1940-2006) was pianist en componist. Hij publiceerde romans en poëziebundels.

Joan (1953-2014) studeerde transculturele orthopedagogiek, doceerde aan de Universiteit van Amsterdam, was directeur van gender-kenniscentrum E-Quality en voorzitter van de Stichting Herdenking Slavernijverleden.

Kathleen (1957) was Tweede Kamerlid voor het CDA (2002-2012). Eerder werkte ze als deskundige ontwikkelingssamenwerking in Chili en Brazilië. Van 2013 tot 2018 was ze docent aan de Hong Kong Baptist University. Zij is voorzitter van het Johan Ferrier Fonds.