KOUROU (ANP) – Europa heeft weer een satelliet gelanceerd die de aarde in de gaten moet houden. De sonde, de Sentinel-1B, vertrok maandag vanaf de ruimtebasis Kourou in Frans-Guyana. Het is de tweelingbroer van een satelliet die in 2014 was vertrokken, de Sentinel-1A. ,,Een vinger aan de pols van onze planeet”, noemde de Nederlandse astronaut André Kuipers de missie eerder.
De Sentinel-satellieten zien onder meer waar de bodem verandert. ,,We kunnen bijvoorbeeld de dijken in Nederland continu in de gaten houden. De satelliet ziet vanaf 700 kilometer hoogte dat een bouwwerk een millimeter verzakt”, legt missieleider Josef Aschbacher uit.
De satellieten kunnen ook meten waar het zeeijs precies is, zodat schepen erlangs kunnen worden geleid. Dat is belangrijk, omdat de komende jaren waarschijnlijk meer schepen door de poolwateren gaan varen. Dat is een gevolg van het slinken van de ijskappen. Aschbacher: ,,We hebben onlangs een proef gedaan op de Oostzee, om te kijken hoeveel geld kan worden bespaard als we kapiteins beter kunnen vertellen welke routes ze moeten mijden. Alleen al op de Oostzee viel per jaar 25 tot 110 miljoen euro uit te sparen.”
Gewassen
De Sentinels kunnen ook gewassen op aarde in de gaten houden. Hoe goed rijst groeit, bijvoorbeeld. Om de paar dagen wordt dat gemeten. Als het niet goed gaat en een misoogst dreigt, kunnen overheden alvast voedselhulp voorbereiden, zodat er geen hongersnood komt. En bij overstromingen kan de satelliet meten wat de precieze schade is in gebieden waar hulpverleners moeilijk kunnen komen, en welke gebieden het meest gevaar lopen.
De gelanceerde satelliet kost ruim 200 miljoen euro. De zonnepanelen zijn gemaakt bij Airbus Defence and Space in Leiden, het vroegere Fokker Ruimtevaart. De sonde maakt deel uit van een groter Europees project. In de afgelopen jaren zijn al een paar observatiesatellieten gelanceerd en er volgen er nog meer. Die kijken onder meer naar de dampkring en de oceanen. Alle gegevens worden gratis beschikbaar gesteld, zodat iedereen ermee aan de slag kan gaan. Het project heeft de naam Copernicus gekregen. Het kost ongeveer 8 miljard euro en levert volgens de Europese Unie op de lange termijn tientallen miljarden euro’s op.