Tegenstrijdige berichten vanuit de Verenigde Staten de afgelopen dagen: vechten de Amerikanen een oorlog uit tegen de Islamitische Staat (IS) of is er sprake van een anti-terreuroperatie?
Het Witte Huis zei het vrijdag nadrukkelijk: de Verenigde Staten zijn in oorlog met IS. Ook het Pentagon, het ministerie van Defensie, gebruikte dezelfde woorden.
Woordvoerder John Kirby zei er wel bij dat het hier geen klassieke oorlog betreft als de oorlog tegen Saddam Hoessein in 2003. Maar er is geen discussie dat ‘we in oorlog zijn met IS, op dezelfde manier als de oorlog tegen Al-Qa’ida en gerelateerde terreurgroepen’ volgens de woordvoerder.
Juiste woorden
Daarmee spreken zij de minister van Buitenlandse Zaken John Kerry direct tegen. Die zei donderdag in een interview met CNN dat de strijd tegen IS als een anti-terreuroperatie moet worden gezien. ‘Oorlog is echt het verkeerde woord,’ zei hij.
Maar daar kwam meteen kritiek op van Republikeinse zijde. Het is belangrijk dat je de juiste woorden kiest, zegt Michael McCaul, een Congres-lid, anders zwakt dat de belangrijke missie tegen IS af.
Iran
Intussen probeert Kerry bondgenoten in het Midden-Oosten te verzamelen voor de anti-IS-coalitie. Tien Arabische landen hebben toegezegd dat zij deelnemen. Ook Turkije doet voorzichtig mee.
Maar voor Iran is geen plaats, zei de Amerikaanse minister. Hij vindt dat niet gepast, omdat de Islamitische Republiek een vriend is van de Syrische president Bashar al-Assad. Iran is er dus niet bij op de Irak-top in Parijs maandag. Pijnlijk voor Frankrijk: president François Hollande zei eerder dat Iran gewoon welkom is.
Nederland schuift wel aan om te praten over de veiligheidssituatie in Irak. Dan wordt ook bekeken welke hulp Nederland kan bieden in de strijd tegen de IS-terroristen.