In Oostenrijk is nog altijd onderhuidse sympathie voor nazi’s

Clubavondjes in nazikelders: een documentaire legt pijnlijk bloot dat nationaal-socialisme in Oostenrijk nooit ver weg is.

In een kelder vol vlaggen met hakenkruisen proost een groep mannen op de Gemütlichkeit. Aan de muur een portret van Adolf Hitler. Maar gezellig is het tafereel allerminst, want het gaat niet om acteurs en rekwisieten.

Nazikelder

De scène komt voor in de documentaire Im Keller van de Oostenrijkse filmmaker Ulrich Seidl, die duistere kanten van menselijk gedrag meedogenloos onthult. In Burgenland, een provincie aan de Hongaarse grens, trof Seidl de rasechte nazikelder aan, waar de eigenaar geregeld clubavondjes organiseert. De film lokt in Oostenrijk heftige reacties uit.

Twee gefilmde mannen zijn namelijk gemeenteraadslid voor de liberale regeringspartij ÖVP. Verrassend genoeg niet van de rechts-conservatieve FPÖ van Heinz-Christian Strache, die altijd heel bewust op de rand van antisemitisme balanceert.

De ÖVP royeerde ogenblikkelijk de leden, die meteen afstand namen van elke vorm van neonazistisch gedachtegoed. Dat ze op het moment van filmen nog niet in de lokale politiek zaten, hielp weinig.

Klaverjas-avond

‘Gewone’ liberalen die hun klaverjas-avond houden onder het portret van de ‘Führer‘: eens te meer blijkt dat sympathie voor het nazisme in Oostenrijk niet ver onder het oppervlak ligt. Volgens politicoloog Matthias Falter heeft Oostenrijk zich nog niet losgemaakt van zijn oorlogsverleden. Herdenkingen staan in het teken van de gevallen soldaten van de Wehrmacht, niet van slachtoffers van de nazi’s.

In landelijke gebieden zoals Burgenland is er bovendien nauwelijks discussie over de rol van Oostenrijk in de Tweede Wereldoorlog: veel straten in de regio dragen nog steeds namen van vooraanstaande nationaal-socialisten.

De voormalige ÖVP-leden zijn aangeklaagd door het Oostenrijkse Openbaar Ministerie wegens ‘beoefening van nationaal-socialistische daden’, maar het is niet waarschijnlijk dat de vervolging betekent dat onderhuidse sympathieën van Oostenrijkers tot het verleden behoren.